Een andere
KIJK op de zaak.
Populaire tijdschriften duiken dus ook wel eens de
klassieke geschiedenis in. Ditmaal werd het een artikeltje over de door de
Carthagers verrichte kinderoffers op basis van de bevindingen van L.Stager.
33.3.Economisch voordeel kinderoffers Stager in TS KIJK 1981
Sommige serieuze
onderzoekers zoeken de grens op van populaire onderwerpen. Er moet immers
gepubliceerd worden!
Over het
water lopen.
Een
merkwaardige overeenkomst ligt er bij Mozes en Hamilcar. Mozes gaat door de
Bittermeren heen en Hamilcar ploegt over een strandwal ten noorden van
Carthago. In beide gevallen schijnt een windrichting ervoor gezorgd te hebben,
dat er net een pad droogviel om doorheen te trekken.
79.21. JOURNAL NEAR EASTERN STUDIES 53 Univ.of Chicago,1994
79.21.4.Crossing the Waters:Moses and
Hamilcar Stanislav Segert
Soms wordt de grens ook in
geografische zin opgezocht. Diverse publicaties pogen een veelal Bijbelse
verbinding te leggen met landen als Axum, Yemen en Hadremaut, waarbij dan ook
de Feniciërs een rol gespeeld zouden hebben. Een heel andere kant uit loopt er
een langdurig onderzoek naar de vraag, of de Feniciërs de Azoren bereikt zouden
hebben:
Een fabeltje?
Het duo Bikai
ontkracht min of meer het verhaal, dat er Fenicische relicten zouden zijn op
het eiland Corvo (Azoren). Het begint
met een Arabische uitspraak:
Ibn Khordadbey (c.950) zegt, dat er een
waarschuwend monument is om niet verder westwaarts te gaan: een bronzen ruiter
met uitgestrekte arm.
De Italiaan Pizigano zet in 1367 aan de rand
van zijn kaart dit monument neer en wel toevallig op de plek, waar later de
Azoren zouden blijken te liggen.
Damien de Goes rapporteert in 1567, dat er een
stenen beeld zou zijn in Moorse klederdracht met de rechterarm wijzend naar het
westen op het eiland Corvo. Er zou ook een onleesbare inscriptie aangetroffen
zijn.
Manoel de Faria y Sousa herhaalt het bericht
in 1628.
In november 1749 wordt op Corvo een zwarte pot
gevonden met 2 gouden en 5 bronzen munten uit het Carthago van 200 v.C en wel
bij de fundamenten van een gebouw.
Johan Podolyn (Zweed) gaat in 1761 naar
Madrid, waar hij die muntenschat krijgt van Fr.Henrique Flores, die voorgaand
verhaal vertelt.
In 1835 komt Kapitein Boid te Corvo en de
inwoners verhalen nog steeds van het verhaal van het beeld, waarbij ook
Columbus een rol speelt.
De Bikai’s doen in 1978? Opnieuw het eiland
aan en nog steeds waart het verhaal rond, maar nu is het een richtingsaanwijzer
geworden naar Boston met name. Daar gingen velen van de Azoren werken in de
Nieuwe wereld.
Wanneer nu de
kaap bekeken wordt (Ponta do Marco) dan heeft het wel iets van een
ruiterstandbeeld. Het echte beeld en het gebouw zijn inmiddels al lang
verdwenen.
B.S.J Isserlin doet een archeologisch
onderzoek, maar komt niet tot een duidelijk resultaat? => conclusie: de
Fenicische legende van de pilaren van Melqart als uiterste grens hebben steeds
een ander jasje en zelfs een andere plaats gekregen. De munten kunnen ook
stammen uit het Corvo te Portugal. Archeologisch bewijs ontbreekt. Vrij
onwaarschijnlijk, dat de Carthagers er zijn geweest, te meer, daar de Azoren
gemakkelijker vanuit Amerika zijn te bereiken, dan andersom vanuit Europa.
84.13. A Phoenician Fable M.Patricia
Corvo P.M.Bikai
Bij dit alles moet echter
niet vergeten worden, dat het begin van de derde pijler onder de klassieke
beschaving teruggevonden wordt in Syrië!
Of moeten we toch nog verder
teruggaan tot ver in het zuiden van Arabië?
Een mogelijk stamland? De Feniciërs,
hun voorlopers, of althans een deel daarvan zouden wel eens uit Yemen en/of
Hadremaut afkomstig kunnen zijn. Met name het gebied van SHABWA aan de Wadi ATF
laat door een Frans onderzoek zien, dat dit gebied in de oudheid goed
ge-irrigeerd was en een belangrijk land- en tuinbouwgebied was. De
verslechterende omstandigheden, gecombineerd met de door de klassieke
schrijvers gememoreerde aardbeving heeft hen dan doen besluiten het
noordelijker te gaan zoeken?
51.4.2. Shabwa (Zuid‑Arabië) Univ.de
Picardie, Amiens
Echt zeker zullen we alles
nooit te weten komen. Zelfs in een nog afzienbaar verleden met geschreven
overleveringen blijft de vraag hangen, of datgene wat opgeschreven is, ook
werkelijk de waarheid is. We kunnen de waarheid slechts benaderen.
We weten het nooit zeker!
De gedachten van Brutus of Hannibal zijn slechts “benaderbaar”. Je moet ook de vraag niet stellen:”Waarom
trok Hannibal over de Alpen?” Beter is de vraag: “Wat dacht Hannibal, toen hij
tot het besluit kwam om over de Alpen te trekken?” Een bewijs in stricte zin
levert een historicus nooit. Zelfs het jaartallenboek is niet objectief, want
dat is door het Christendom opgelegd.
De historicus heeft ook te maken met het subjectieve gevaar: het is
niet toevallig, dat men de stichting van Utica of Gadir later of vroeger laat
beginnen, naarmate men de Feniciërs verafschuwt of bewondert.
De Joodse geschiedschrijver Josephus verwijt de Grieken, dat zij allen
op hun eigen wijze geschiedenis schreven, waardoor verschillende resultaten tot
stand kwamen over hetzelfde onderwerp.
52.4. Benaderbaar verleden W
den Boer Leiden, 1952 BOEK 95!
Bewijzen en modellen.
Studie en schrijven van geschiedenis is een vorm van ideologie. De
historicus heeft te maken met verschillende (soms tegenstrijdige) technieken.
Wat moeten we geloven van de klassieke auteurs, die veel schreven over
gebeurtenissen van enige honderden jaren daarvoor. We moeten echter uitgaan van
de stelling, dat al die klassieke verhalen waar zijn, totdat ze als onwaar zijn
bewezen. Hamvraag: ondersteunt de archeologie de klassieke traditie?
Wanneer er over vrede gesproken wordt door de klassieke auteurs dan
lijkt dat veelal maar zo. In werkelijkheid is het een permanente staat van
onverklaarde oorlog tegen alle andere steden. Anderzijds was het ook
profijtelijk om oorlog te voeren (als men wint). De meest mooie uitspraak van
Finley is wel, dat hij historie geen wetenschap vindt.
53.11 Ancient History M I
Finley Chatto & Windus
Evidence and Models commentaar: Bastiaan Bommeljé NRC 8‑8‑86 BOEK 21
Zelfs de beeldvorming is aan
vervorming onderhevig:
We hebben het over de
Romeinen en we hebben gelijk een beeld van een harnas of een toga. Praten we
over de Feniciërs, waar moeten we dan aan denken?
Fenicische
kleding.
Deze komt o.a.
tot uiting op diverse gedenkstenen:
-
Ba ‘alyaton uit Umm el- ‘Amed
-
Milkashtart van Hammon
-
Twee personen van Umm el-
‘Amed
-
Vrouw van Umm el ‘Amed
-
Ba ‘alshamar van Umm el-
‘Amed
Het is veelal
een jurkachtig gewaad met plooien, een tuniek en men droeg een platte of
cilindrische muts. Dit kan echter alleen de priesterkleding zijn en was de
gewone kledij afwijkend, maar niet waarschijnlijk, want Plautus laat in zijn
toneelstuk een Griek naar een Carthager roepen:
“hé, jij daar in je jurk.”
57.21 Le costume phénicien des stèles A Maes
d'Umm el‑`Amed
Mannenkleding
in de 3e eeuw v.C.
Die staat afgebeeld op scheermessen, gedenkstenen en sarcofagen.
Er zijn vier types habijten te onderscheiden:
-
lange jurk, smal tot op de
voeten met een centuur. Lange of halflange mouwen. Wellicht van Egyptische
oorsprong.
-
Lange wijde jurk, harmonieus
geplooid, meestal zonder centuur en met lange brede mouwen.
-
Lange ‘oosterse’ kleding met
brede mouwen, open uitvoering met borduursel en in verschillende kleuren.
-
Korte jurk tot aan de knie,
zonder hals met lange mouwen en getailleerd in het midden.
Het valt op,
dat alles is genaaid en dat men nauwelijks gebruik maakt van spelden of gespen.
De onderkleding bestaat uit een lendendoek. Bij koud weer wordt ook gebruik
gemaakt van een schoudermantel. Al met al is de kleding veelzijdiger dan men
oorspronkelijk dacht.
57.26 L'habillement masculin à Carthage à
A Maes
l'époque des guerres puniques
En hoe uiten de Feniciërs
zich? Er is het alom geroemde alfabetische schrift waarmee zij kwamen in het
gehele gebied van Middellandse zee. De Grieken namen het over en na hen de
Romeinen en nog vele anderen. Ook wij schrijven op basis van het Fenicische
schrift. Helaas zitten hun tekens niet op onze schrijfmachine en hoogst zelden
in computers. Van den Branden is er in geslaagd een mooi gestyleerde versie in
zijn boek tot stand te brengen. Ook het Corpus Inscriptionem Semiticarum kent
zoiets. We hebben het niet direct zo in de gaten, dat we dagelijks met de
Feniciërs van doen hebben. Over het alfabet heb ik het al gehad, maar er is
veel meer:
Een componist maakt een
opera op basis van een boek van Flaubert en die Salammbo staat dan weer voor
een roman, die speelt tijdens de huurlingenoorlog rond Carthago in de jaren
241-238 v.C.
-
Salammbo: onvoltooide opera van Moessorgski
en:
Een
theatervoorstelling RO over het verhaal Aeneas van Vergilius door Keesmaat als
vertellend acteur met muziek van de opera van Purcell.
Hedendaagse
astronomen en schriftkundigen, zowaar uit Nederland, komen tot de conclusie,
dat er op een Fenicisch kleitablet gewag wordt gemaakt van een
zonsverduistering. Zomaar een krantenbericht.
-
Oeroud Phoenicisch kleitablet ontcijferd met hulp van de computer:
zonsverduistering op 5-3-1223 V.C!
Het overdreven
geklaag door deze auteur over de matige aandacht van de hedendaagse wereld voor
het Fenicische erfgoed wordt even gigantisch onderbroken door een prachtige
tentoonstelling in Venetië. Massaal kwamen de mensen daar op af. Ik kon er een
prachtige catalogus met beschrijving aanschaffen. De belangrijkste voorwerpen
werden in 1988 in het Palazzo Grassi uitgestald en met films werd het publiek
goed op de hoogte gebracht wat met de name de Italiaanse archeologen allemaal
aan het opgraven waren.
-
750.000 bezoekers in Palazzo Grassi in 1988
De Feniciërs stellen ons nog
steeds voor raadsels. Ze hebben zoveel mee het graf in genomen. Hun archieven
zijn verdwenen of heel karig via de Grieken en Romeinen overgeleverd. Via o.a.
de Hebreeërs is bijvoorbeeld het raadsel van Tarsis tot ons gekomen en nog niet
ten volle opgelost.
Vele streken komen in
aanmerking, maar Zuid-Spanje maakt toch wel de meeste kans.
Er is dus zoveel o.a. in het
woestijnzand verdwenen, maar daar ligt het niet alleen aan. Er is ook
ongelooflijk veel geroofd. Het is triest, dat in de bakermat van de Fenicische
beschaving dat tot op heden nog steeds gebeurd.
De grootste
supermarkt van Libanon.
Na de Libanese
burgeroorlog heeft er een enorme plundering plaats gevonden.
-
verwoeste sarcofagen
-
moderne bebouwing over
archeologische plekken
-
de verwoesting van Kamid
el-Loz
-
de kunstmaffia
63.2.8.The
biggest supermarket in R.Fisk
Lebanon
Goed, de mensheid heeft het
deels aan zichzelf te wijten, dat we in verhouding nog te weinig over de derde pilaar van onze
beschaving weten. We hebben hun graven leeg geroofd. De Romeinen hebben hun
steden neergehaald of vakkundig getransformeerd. En als je er dan op uit trekt
om nog iets van de resten van hun werkelijkheid op je eigen netvlies vast te
leggen, dan wacht slechts een grote deceptie:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten