wegwijs
Onze westerse maatschappij is doordrenkt van de
nalatenschap van de Grieken en Romeinen. Op de middelbare school vullen de
vakken geschiedenis en letterkunde veel met de klassieke overleveringen. In
kranten, radio en Tv wordt, wanneer men in het verre verleden duikt,
voornamelijk teruggegrepen op de antieke wederwaardigheden. Daarnaast is er
aandacht voor de Egyptische beschaving. Toch geeft dit voor de moderne
mens een tamelijk eenzijdig beeld.
Incidenteel wil er wel eens aandacht zijn voor een ander volk, zoals bij “het
goud van de Thraciërs” of dat vreemde Etruskenvolk. De derde steunpilaar van
het Romeinse rijk met al zijn verworvenheden werd toentertijd al met
stilzwijgendheid overgenomen. De Fenicische en Punische cultuur en economie
vormde echter naast de Griekse en Romeinse eigen inbreng de basis voor de
klassieke beschaving. Tijdens de
Renaissance viel men in hoofdzaak terug op de Griekse en Romeinse
verworvenheden. Tegenwoordig is dat niet anders voor de westerse maatschappij.
Alleen spreekt men er nu nog minder over de Fenicisch/Punische erfenis. Kijk
bijvoorbeeld eens naar een boekenweekartikel:
78.14.
Krantenartikelen
Boekenweek Volkskrant
‑ Griekser dan Grieks 17‑03‑2000
Hoe grieks
was Alexander?
Held,
wonderdoener, veroveraar, beschaver, halfgod, Macedoniër, verwoester, wrede
gewetenloze opportunist. Wat weten we eigenlijk zeker van hem? Ja, hij
verwoestte o.a. Tyrus. (Jan Blokker). Boekenweekartikel 17 maart 2000.
De Griekse erfenis staat weer centraal, maar bij
uitzondering weet de erudiete journalist en pub;icist dit keer wel de link naar
de Feniciërs te leggen.
Natuurlijk zijn er
wetenschappers genoeg, die zich wel met de veronachtzaamde erfenis bezighouden.
Er zijn ook tijdschriften, die publicaties van hen opnemen. Als men de moeite
doet, valt er nog veel te leren. Pak bijvoorbeeld eens het tijdschrift SYRIA en
neem zomaar de jaargangen van 1969 en 1970 en een vloed van wetenswaardigheden
maakt, dat met een andere en genuanceerder blik naar onze westerse maatschappij
gekeken kan worden.
Dit was dus een tijdschift
uit Frankrijk. De franse aanwezigheid in de 19e-20e eeuw
in het land Syrië zal er niet vreemd aan zijn geweest, dat er een serieus
wetenschappelijk tijdschrift over de Syrische cultuur en geschiedenis ontstond.
Tegelijkertijd werd ook het cultuurgoed van de Feniciërs daarin meegenomen. Het
zijn echter vooral de Italianen geweest, die de Punische zaken vooral aan de
orde hebben gesteld. Ook dat behoeft niet grote verwondering op te wekken, want
Sardinië en Sicilië waren in de oudheid vele eeuwen lang goeddeels Carthaagse
provincies.
Naast het tijdschrift
Rivista di Studi Fenici zijn er ook afzonderlijke publicaties verschenen,
waaronder het volgende uit 1975:
Italiaanse
proeven van Fenicische studies met tal van bijzondere uitkomsten.
Egyptische godheden op Fenicische inscripties
in het oosten: Isis, Osiris, Horus, Bastet, Ptah, Aspis.
Sieraden in de vorm van hangers komen o.a.
voor te Kourion, Ibica, Caralis met de namen Ra en 3tf. De iconen hiervan
worden achtereenvolgens aangetroffen in Byblos – Cyprus – Motya – Carthago –
Sardinië – Ibica.
De rituele punische moord is door de
tegenstanders sterk uitvergroot. Mensenoffers kwamen ook bij de Grieken, Romeinen,
Hebreeën en Arabieren voor.
Het gedenkteken van Lalla Fatna Bent Mohammed,
dat gevonden is op 13 km ten noorden van Safi in Marokko.
Te Motya is een z.g. troon van Astarte
aangetroffen vanuit de 6e-5e eeuw.
In de inscriptie van Pyrgi wordt een formule
gebruikt, waarbij de godheid Melqart in verholen vorm wordt aangeroepen.
T.a.v. de kolonisatie van Sardinië zijn de
volgende bronnen van belang:
De mirabilibus auscultationibus 100, Diodoros IV 29+82
V 15, Sallustius II 6+7, Strabo V 2, Silius Italicus XII 355, Pausanius X 17,
Solinus I 61 IV 2, Isodorus XIV 6 e.a.
Archaïsche elementen in de Fenicische &
Punische namen van Sardinië zijn o.a.: ’hšbn, ’l’m, b‘l‘zbl, h.lbn, ktm, mqm,
mqr, ‘bdtywn, ‘rm.
De scarabees van de Monte Sirai op een rijtje.
25.4
Saggi fenici I collezione di
studi fenici 6,centro di studo per
la civilta fenici e punica 1975,
Consiglio nazionale delle
ricerche Roma
Binnen de Italiaanse wetenschappelijke wereld is het
Sabatino Moscati, die zich het meest heeft ingespannen om de Feniciërs onder de
aandacht te brengen. Hij staat aan de basis van een tentoonstelling in het
Palazzo Grassi te Venetie in 1988. Ik was een van de 750.000 bezoekers. Hij
schrijft verder een standaardwerk en er is nu na zijn overlijden zelfs een
instituut naar hem vernoemd.
De nationaliteit, die met de
meest gedegen boekwerken naar buiten kwam, was deDuitse. Zo is daar al in 1879
de heer Otto Meltzer, die de Carthaagse geschiedenis uitgebreid belicht.
De vierde grote natie in West-Europa in deze opsomming
althans wordt gevormd door Engeland en
dat land levert zijn bijdrage door o.a. diverse encyclopedieën, waaronder die
over de archeologie.
Zodra we aankomen bij de
kleinere West-Europese landen, dan wordt de inbreng al heel wat minder, maar
Spanje doet het nog heel aardig. Dat mag ook wel, want dit land draagt een
eeuwenlange Fenicisch/Carthaagse erfenis met
zich mee. Er was wel enige
Duitse hulp bij nodig om tot doorslaggevende publicaties te komen!
De Feniciërs in Spanje.
Hermanfrid
Schubart heeft ze goeddeels op een rijtje gezet. Tijdens mijn eerste Spaanse
studiereis voorzag hij me van een prima toelichting. Zo kon ik langs Adra,
Almunecar, Rio Algarrobo, Rio de Velez, Guadalhorce, Guadarranque en Cadiz het
spoor terugvinden. Bepaald interessant is de discussie achteraf tussen Riis,
Culican, Niemeyer, Schubart, Aubet, Prausnitz, Röllig en Shefton in de bijlage
bij de betreffende publicatie.
34.4.Phönizier im Westen H.Schubart Madrider Beitrage
Phönizische Niederlassungen band 8 , 1982
an der Iberischen Sudkuste P.von Zabern/Mainz
Om toch goed
geïnformeerd te worden, is het lang niet altijd noodzakelijk om dure boekwerken
aan te schaffen:
Los Fenicios.
125 pesetas
kostte dit boekwerkje.
34.5. Los Fenicios A.Blanco
Freijro, Historia 16
C.Gonzalez H.Schubart
Een Spaanse
reis.
Een studiereis van 18 juli tot 25 juli 1986 langs de
volgende plaatsen:
Peniscola, Saguntum, Dianium, Calpe, Lucentum,
Carthago-nova, Villaricos,
Abdera, Sexi, Trayamar, Morro de Mezquitilla,
Chorreras, Toscanes, Mallakka,
Guadalhorce,
Calpe, Carteja, Gadir.
Diverse Spaanse instellingen en de heer Schubart
voorzagen mij van de nodige informatie.
43.1.Studiereis Spanje H.van Diessen 1986 NCPHP 1991
Je zou van de Arabische
landen mogen verwachten, dat zij enige belangstelling hebben voor het fenomeen.
Enerzijds zijn de Feniciërs hun voorgangers geweest op de weg naar het westen en
anderzijds liggen de belangrijkste landen van de Feniciërs/Puniërs nu in
Tunesië en de Libanon. Er gebeurt wel het een en ander, maar het prille
Arabische begin was niet bemoedigend:
Bibliotheek
en een barbaar.
In 642 na Chr
verovert de Arabier Amr ibn al-‘As Alexandrië. De kalief Omar I geeft bevel tot
vernietiging van de bibliotheek, omdat dat in tegenspraak met de koran zou
zijn. Men heeft zes maanden nodig om alle papierrollen te verbranden: 700.000
boeken, 400.000 gemengde rollen, 90.000 enkele rollen.
Hiervoor was
er al eerder een verwoesting geweest van de bibliotheken van Monseion en
Serapeion. Er was dus nog veel meer.
43.2.Bibliotheken en geleer‑ R van den Broek Voordracht
den in de
Oudheid
Utrecht 1984 Universiteitsbibliotheek
Overigens zijn er nu wel hedendaagse Arabische geleerden, die wel een positieve inbreng hebben, zoals Fantar, Slim, Khader e.d.
De Amerikanen doen verder hun best met L.Stager. Ik kwam hem nog tegen op een lezing in Amsterdam. Een gezette man met hart voor de zaak. Op TV verscheen hij vele jaren later aan de zijde van Ballard, die twee Fenicische schepen wist te traceren op de bodem van de zee voor de kust van Ashkalon.
De Zweden
hebben een complete expeditie op touw gezet op het eiland Cyprus.
De Denen
brengen bijvoorbeeld Tell Soekas op de Syrische kust in beeld.
Wetenswaardigheden
uit de Syro-Libaneze streek.
Naar Tell Soekas (Shukshu) is een Deense archeologische
expeditie afgereisd. De grens van het koninkrijk Oegarit en het koninkrijk
Siyannu zou direct ten zuiden van Djebelé (Gabala) hebben gelegen.
Er is zelfs
een Poolse visie over de Punische oorlogen.
De Belgen
hebben (met Poolse hulp) colloquia georganiseerd en een serie STUDIA PHOENICIA
geproduceerd:
STUDIA PHOENICIA Bijdragen van de Interuniversitaire
contactgroep voor Fenicische en Punische studies
(Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk
Onderzoek) I.Redt Tyrus II.Fenicische
geschiedenis
Ediderunt E Gubel‑E Lipinski‑B Servais‑Soyez
uitgeverij Peeters, Leuven, 1983 ORIENTALIA LOVANIENSIA ANALECTA 15
I.REDT TYRUS
Stad der
acht beschavingen.
In 1979/80
werd een Belgische werkgroep opgericht voor Fenicische en Punische studies. In
het kader van een UNESCO campagne tot het behoud van Tyrus kwam een
tentoonstelling tot stand vergezeld door een aantal lezingen vanaf 30 april
1981. Hieraan voorafgaand:
-
De Rebus Tyriorum
E.G.Hengstenberg 1832 na Chr.
-
Tyrus bis zur Zeit
Nebukadnezar’s dissertatie Jeremias 1891
na Chr.
-
The History of Tyre
Fleming 1915 na Chr.
-
Artikel Tyrus in
Real-Enzyklopädie (Pauly & Wissowa), O.Eissfeldt
-
Un grand port disparu
Poidebard 1947 na Chr.
-
Tyre through the Ages N.Jidejian
1969 na Chr.
-
The History of Tyre
J.Katzenstein 1973 na Chr.
58.1
Inleiding E Lipinski
En waar blijft
Nederland? Het blijft voornamelijk bij incidenten. Maar, zo heeft er
kortgeleden zowaar toch een opgraving plaats gevonden te Carthago onder
Nederlandse leiding (Docter), maar daar hebben we lang op moeten wachten.
Enfin, de rol van Nederland
houdt niet over. Het is een oude klacht van mij. Ik heb er al lang geleden mee
aangeklopt bij diverse instanties t/m de minister aan toe. Het heeft niet of
nauwelijks mogen baten. Het is ook ergens wel begrijpelijk, want de enige
Feniciër of Carthager, die wellicht de Hollandse kust in zicht heeft gekregen
was heel misschien HIMILCO. Het is voor ons de ver-van-mijn-bed-show.
Het wordt nog erger, wanneer
we kijken naar de spaarzame publicaties, die in het Nederlands zijn geschreven.
Dan past een citaat: Wat in het nederlands geschreven is, is veelal in het water
geschreven-à met andere woorden : wijze
nederlandse woorden worden in het buitenland nauwelijks gehoord (zoals bij
Bolkestein).
Laten we maar gauw teruggaan
naar de landen en bronnen, die er wel toe doen.
Serieuze tijdschriften
domineren in de verslaglegging over de onderzoekingen, waarbij de
Feniciërs/Puniërs centraal of zijdelings aan bod komen. Een enkel populair
tijdschrift waagt zich er ook nog wel eens aan, maar dan moet het onderwerp ook
wel erg smakelijk zijn:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten