Muren e.d.
Deel 9
Van torens en palissaden.
Vanuit Carthago kennen we een model van een toren. D.Harden (Phoenicians, p.123)
beschrijft het als volgt: “..... the extant part of which shows three
stories, and there may originally have been more. Whether this model
represents a lighthouse or a watch-tower, who can say?”
42.ZO LEEFDEN DE CARTHAGERS
t.t.v.Hannibal. G+C Charles‑Picard. i.e.v.v.L.Esmeyer.
Hollandia Baarn 1960 (La vie quotidienne de Carthage au temps d’Hannibal)
p. 31:
“De buitenste linie bestond uit een gracht, versterkt met
palissaden. Daarachter lagen twee wallen. De binnenste was 13,32 meter hoog
en aan de basis 8,88 meter breed. Hij diende tegelijkertijd tot arsenaal. Aan
de stadszijde waren trapsgewijze kazematten aangelegd, die 300 olifanten,
4000 paarden, 20.000 man voetvolk en 4000 ruiters konden herbergen. De muur
werd om de 59 meter geflankeerd door uitspringende torens. Van beide wallen
is geen spoor meer over......”
“De brede gracht, die ervoor lag, is echter vanuit de
lucht nog altijd zichtbaar. Hij tekent zich af als een duidelijke kaarsrechte
lijn, die de landengte van meer dan 2 kilometer in tweeën snijdt. Generaal
Duval ontdekte de gracht op deze wijze in 1949 en liet hem uitgraven. De
gracht is 20 meter breed en aan de oostzijde voorzien van een granieten
boord, die tal van inkervingen vertoont. Ronde gaten, telkens in formaties
van vijf als op een dominosteen, waarin hier en daar nog amforen zaten,
dienden blijkbaar om er houten palen in te steken. De laatste moeten
uitkijktorens hebben geschraagd, die boven de aarden wal achter de gracht
oprezen.”
p.32:
“Loodrecht op de gracht staan andere insnijdingen, lang en
small, waarin wellicht planken of vlechtwerk werd vastgehouden om het
platform enigszins te pantseren. Er is geen verschil van mening mogelijk over
de vraag, waartoe dit vestingwerk
heeft gediend. Het tracé, ongeveer een mijl westelijk van de heuvel van Saint
Louis, valt ongeveer samen met dat wat Carton en Gsell hadden uitgestippeld
en loopt over het smalste gedeelte van de landengte.”
“De overblijfselen aan de westkant van de gracht tonen
afdoende aan, dat dit een Punische verdedigingslinie is geweest en niet een
gracht van de schans, die Scipio een pijlschot verder naar het oosten liet
graven. Op het punt waar de gracht het Meer van Tunis bereikt, bevindt zich
een constructie van zware blokken met een kern van puin. Ongetwijfeld heeft
deze deel uitgemaakt van het gemetselde bolwerk, dat Carthago naar de zijde
van het meer beschermde. Deze versterking sloot bezuiden de havens aan op de
muur van de waterkering, daar waar tegenwoordig het dorpje Kram ligt.”
Nu doen er veel hypotheses de ronde omtrent het verloop
van de driedubbele muur van Carthago, maar S.Lancel heeft in een artikel:
L’enciente périurbaine de Carthage lors de la troisième guerre punique:
réalités et hypothèses” duidelijk uiteen kunnen zetten, dat het verloop van
de driedubbele muur zeker in of nabij het tracé van Duval heeft gelegen
heeft.
STUDIA
PUNIC WARS
Proceedings of the Conference held in
from the 23th to the 26th of November 1988
in cooperation with the Department of History
of the
'Universiteit Antwerpen' (U.F.S.I.A.)
Edited by H Devijver and
Uitgeverij
Peeters Leuven 1989
ORIENTALIA
LOVANIENSIA ANALECTA 33
|
Walls and
the like. Part 9
==================
Towers
and palisades.
From
Book:This
is the way the Carthaginians lived at the time of
"The
outer line consisted of a moat, fortified with palisades. Behind them were
two ramparts. The interior was 13.32 meters high and 8.88 meters wide at the
base. It also served as arsenal. On the city side were constructed cascading
casemates that 300 elephants, 4,000 horses, 20,000 infantry and 4000 cavalry
could accommodate. The wall was after each 59 meters flanked by projecting
towers. From both walls there is no trace left any more...... "
"The
broad moat, however, is from the air still visible. He stands out as a clear
straight line intersecting the Isthmus of more than two kilometers apart.
General Duval discovered the canal in this way in 1949 and made him dig out.
The canal is 20 meters wide and on the east side with a granite board, which
has numerous notches. Round holes, each time in formations of five as a
domino, in which here and there were amphorae, were apparently serving to
wooden poles in stabbing. The latter should have backed lookout towers that
rose above the rampart behind the moat. "
p.32:
"Perpendicular
to the canal are other cuts, long and narrow, which may connect planks or
wattle to held to fortify the platform slightly. There is no difference of
opinion as possible on the question, for which has served this fortification.
The route, about a mile west of the hill of Saint Louis, roughly corresponds
to what Carton Gsell had mapped out and runs across the narrowest part of the
isthmus. "
"The
remains on the west side of the canal show conclusively that this has been a
Punic defence-line not a moat of the fort, which Scipio digged out an arrow
shot further to the east. At the point where the canal reaches the
Now there
are many hypotheses about the course of the triple wall of
STUDIA
PUNIC WARS
Proceedings of the Conference held in
Edited by H Devijver and
Uitgeverij
Peeters Leuven 1989
ORIENTALIA
LOVANIENSIA ANALECTA 33
|
dinsdag 17 maart 2015
Muren, poorten, torens e.d. Deel 9
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten