Samenvatting
==========
Eigenlijk gebruiken de Feniciërs en hun nazaten elke
mogelijke techniek om met name hun muren te bouwen. Van eenvoudig een hoop
onbewerkte stenen op een hoop gooien tot de prachtige rechthoekige grote
blokken, die passend op elkaar gestapeld worden.
Daartussen in zitten dan nog o.a. de volgende
overgangstechnieken:
- platte stenen afwisselend op elkaar leggen;
- ‘pier-and-rubble’ techniek= verticale pilaren met
daartussen veel klein materiaal.
Deze laatste techniek komt veel voor.
Soms wordt ook een combinatie van verschillende
bouwtechnieken gebruikt. Het is maar wat de plaatselijke mogelijkheden te
bieden hadden. Ze waren niet zoals de Grieken, die het landschap aanpasten naar
hun wensen door er kunstmatige havens aan te leggen. Ze waren niet zoals de
Romeinen, die over grote afstanden grote blokken marmer lieten aanvoeren voor
hun steden. Carthago vormt daarop een uitzondering, want die stad liet van de
punt van Kaap Bon grote blokken steen aanvoeren voor haar muren. Maar in het
algemeen schikten de Feniciërs en hun nazaten zich aan de omstandigheden, die
het landschap hen verschafte.
Welke techniek gekozen wordt hangt af van de tijd en de
beschikbaarheid aan materiaal in de omgeving. Ook werden materialen van
andere volken gebruikt. Dit betreft vooral hergebruik van megalithische
stenen.
|
Walls
etc.
Resume
==========
Actually,
the Phoenicians and their descendants use every possible technique, in
particular to build their walls. From simple lump exposed stone in a heap to
the beautiful large rectangular blocks, fitting stacked.
In
between are still among others, the following transitional techniques:
- Flat
stones alternately on one another;
-
"Pier-and-rubble technique = vertical pillars between which many small
equipment.
This last
technique is common.
Sometimes
it is also used a combination of different techniques. It's just what had to
offer at the local level. They were not like the Greeks, who adapted the
landscape to their needs by placing artificial harbours. They were not like
the Romans, who were supplying marble over large distances in large blocks
for their cities.
Whatever
technique is chosen depends on the time and the availability of material in
the environment. Materials of the other nations were used. This mainly
concerns the reuse of megalithic stones.
END
|
dinsdag 17 maart 2015
Muren, poorten, torens e.d SAMENVATTING
Muren, poorten, torens e.d. Deel 9
Muren e.d.
Deel 9
Van torens en palissaden.
Vanuit Carthago kennen we een model van een toren. D.Harden (Phoenicians, p.123)
beschrijft het als volgt: “..... the extant part of which shows three
stories, and there may originally have been more. Whether this model
represents a lighthouse or a watch-tower, who can say?”
42.ZO LEEFDEN DE CARTHAGERS
t.t.v.Hannibal. G+C Charles‑Picard. i.e.v.v.L.Esmeyer.
Hollandia Baarn 1960 (La vie quotidienne de Carthage au temps d’Hannibal)
p. 31:
“De buitenste linie bestond uit een gracht, versterkt met
palissaden. Daarachter lagen twee wallen. De binnenste was 13,32 meter hoog
en aan de basis 8,88 meter breed. Hij diende tegelijkertijd tot arsenaal. Aan
de stadszijde waren trapsgewijze kazematten aangelegd, die 300 olifanten,
4000 paarden, 20.000 man voetvolk en 4000 ruiters konden herbergen. De muur
werd om de 59 meter geflankeerd door uitspringende torens. Van beide wallen
is geen spoor meer over......”
“De brede gracht, die ervoor lag, is echter vanuit de
lucht nog altijd zichtbaar. Hij tekent zich af als een duidelijke kaarsrechte
lijn, die de landengte van meer dan 2 kilometer in tweeën snijdt. Generaal
Duval ontdekte de gracht op deze wijze in 1949 en liet hem uitgraven. De
gracht is 20 meter breed en aan de oostzijde voorzien van een granieten
boord, die tal van inkervingen vertoont. Ronde gaten, telkens in formaties
van vijf als op een dominosteen, waarin hier en daar nog amforen zaten,
dienden blijkbaar om er houten palen in te steken. De laatste moeten
uitkijktorens hebben geschraagd, die boven de aarden wal achter de gracht
oprezen.”
p.32:
“Loodrecht op de gracht staan andere insnijdingen, lang en
small, waarin wellicht planken of vlechtwerk werd vastgehouden om het
platform enigszins te pantseren. Er is geen verschil van mening mogelijk over
de vraag, waartoe dit vestingwerk
heeft gediend. Het tracé, ongeveer een mijl westelijk van de heuvel van Saint
Louis, valt ongeveer samen met dat wat Carton en Gsell hadden uitgestippeld
en loopt over het smalste gedeelte van de landengte.”
“De overblijfselen aan de westkant van de gracht tonen
afdoende aan, dat dit een Punische verdedigingslinie is geweest en niet een
gracht van de schans, die Scipio een pijlschot verder naar het oosten liet
graven. Op het punt waar de gracht het Meer van Tunis bereikt, bevindt zich
een constructie van zware blokken met een kern van puin. Ongetwijfeld heeft
deze deel uitgemaakt van het gemetselde bolwerk, dat Carthago naar de zijde
van het meer beschermde. Deze versterking sloot bezuiden de havens aan op de
muur van de waterkering, daar waar tegenwoordig het dorpje Kram ligt.”
Nu doen er veel hypotheses de ronde omtrent het verloop
van de driedubbele muur van Carthago, maar S.Lancel heeft in een artikel:
L’enciente périurbaine de Carthage lors de la troisième guerre punique:
réalités et hypothèses” duidelijk uiteen kunnen zetten, dat het verloop van
de driedubbele muur zeker in of nabij het tracé van Duval heeft gelegen
heeft.
STUDIA
PUNIC WARS
Proceedings of the Conference held in
from the 23th to the 26th of November 1988
in cooperation with the Department of History
of the
'Universiteit Antwerpen' (U.F.S.I.A.)
Edited by H Devijver and
Uitgeverij
Peeters Leuven 1989
ORIENTALIA
LOVANIENSIA ANALECTA 33
|
Walls and
the like. Part 9
==================
Towers
and palisades.
From
Book:This
is the way the Carthaginians lived at the time of
"The
outer line consisted of a moat, fortified with palisades. Behind them were
two ramparts. The interior was 13.32 meters high and 8.88 meters wide at the
base. It also served as arsenal. On the city side were constructed cascading
casemates that 300 elephants, 4,000 horses, 20,000 infantry and 4000 cavalry
could accommodate. The wall was after each 59 meters flanked by projecting
towers. From both walls there is no trace left any more...... "
"The
broad moat, however, is from the air still visible. He stands out as a clear
straight line intersecting the Isthmus of more than two kilometers apart.
General Duval discovered the canal in this way in 1949 and made him dig out.
The canal is 20 meters wide and on the east side with a granite board, which
has numerous notches. Round holes, each time in formations of five as a
domino, in which here and there were amphorae, were apparently serving to
wooden poles in stabbing. The latter should have backed lookout towers that
rose above the rampart behind the moat. "
p.32:
"Perpendicular
to the canal are other cuts, long and narrow, which may connect planks or
wattle to held to fortify the platform slightly. There is no difference of
opinion as possible on the question, for which has served this fortification.
The route, about a mile west of the hill of Saint Louis, roughly corresponds
to what Carton Gsell had mapped out and runs across the narrowest part of the
isthmus. "
"The
remains on the west side of the canal show conclusively that this has been a
Punic defence-line not a moat of the fort, which Scipio digged out an arrow
shot further to the east. At the point where the canal reaches the
Now there
are many hypotheses about the course of the triple wall of
STUDIA
PUNIC WARS
Proceedings of the Conference held in
Edited by H Devijver and
Uitgeverij
Peeters Leuven 1989
ORIENTALIA
LOVANIENSIA ANALECTA 33
|
woensdag 11 maart 2015
Muren van grote blokken. Deel 8.
Muren e.d. Deel 8.
Muren van grote blokken.
==================
Uiteindelijk gaan de Feniciërs en Puniërs over tot het
gebruik van enorme blokken, die men zodanig aanpast, dat zij als een mozaiek
in elkaar passen. Bijvoorbeeld te Carteia in Spanje, in Lixus op de
Mauretaanse kust en te Nora op Sardinië.
Soms laat de bewerking aan de zijkant van de bewerkte
rechthoekige blokken te wensen over, zoals hier te Toscanos op de zuidkust
van Spanje.
“City-walls
during the Iron Age were built of large blocks of squared stones about 2.0
meters long, 1.50 meters high and at least 1.0 meters deep. Examples of these
may still be seen at Aradus and
De mooie rechthoekige stenen vormen veelal de basis,
waarop andere meer onregelmatige stenen een plaats vinden, zoals te zien is
bij Motya. In dat specifieke geval ligt er achter deze buitenmuur een andere
binnenmuur. De tussenruimte werd opgevuld met puin. Op deze manier worden er
weer verschillende bouwwijzen met elkaar verbonden.
Rechthoekige stenen kunnen ook dwars op de muur geplaatst
worden, zoals te zien is bij Toscanos.
D.Harden,
The Phoenicians. P.125:
“Walls
were often covered with stucco. The walls were of brick or clay on a
substructure of stone and were coated with pitch for weather-proofing.”
|
Walls and
the like. Part 8.
Walls of
large blocks.
==================
Eventually
the Phoenicians and Punics made use of huge blocks, which one adapts so that
they fit like a mosaic together. Examples: Castillo de Dona blanca
Sometimes
the adaption of the blocks on the sides are meagre, as can be seen here at Toscanos
on the south coast of
A little
good climber will not have much trouble getting this barrier.
“City-walls
during the Iron Age were built of large blocks of squared stones about 2.0
meters long, 1.50 meters high and at least 1.0 meters deep. Examples of these
may still be seen at Aradus and
The
beautiful rectangular stones usually form the basis on which other more
irregular stones find a place, as seen at Motya. In that particular case, is
behind this outside wall another inner wall. The intermediate space was
filled up with debris. In this way, there are different methods of
construction again connected to each other.
Rectangular
stones can also be laid transversal in the wall, as shown in Toscanos.
D.Harden,
The Phoenicians. P.125:
“Walls
were often covered with stucco. The walls were of brick or clay on a
substructure of stone and were coated with pitch for weather-proofing.”
|
vrijdag 6 maart 2015
Muren, poorten, torens e.d. deel 7.
Muren e.d. Deel 7.
Van enige torens, poorten en trappen.
==========================
De toegangspoort naar Punisch Carteia voor en na de
opgraving. Soms is totaal niet zichtbaar, wat er achter en onder een hoop
stenen werkelijk ligt. Hier komt dat prachtig in beeld. Een verticale
doorsnede laat zien hoe zorgvuldig de trap gemaakt is in de muur van Carteia.
Boek 158.
De toegangspoort tot de tempel van Baalat-Gebal in Byblos
gaat terug tot maar liefst 2800 v.C. De stadspoort aan de noordzijde van de
stad is ook zeer oud en dateert uit het 3e – 2e
millennium v.C. De treden doen nog enigszins rommelig aan.
Boek 322+401.
Bij Motya treffen we een welhaast perfecte trap aan nabij
de stadspoort in het NO van de stad. Daarachter staat de muur met stutzuilen
en kolommen, waartussen kleiner materiaal is gedeponeerd ter opvulling.
Boek 28.
Bij deuren en poorten maakt men aan de zijkant gebruik van
grotere vierkante blokken, zoals hier bij een Mauretaans huis in Lixus.
Boek 334.
De stadspoort van Oegarit heeft zware hoekstenen op de
hoeken. Deze rechthoekige stenen werden beurtelings in een andere richting
gelegd, waardoor meer stevigheid werd gekregen.
Boek 322.
Bij de overkoepeling van poorten maakt men meestal gebruik
van een grote platte deksteen. Bij Eryx op Sicilië is echter sprake van een
boogconstructie.
Boek 34.
Op blz 245 van het boek Les Phéniciens van Parrot en
Moscati wordt ingegaan op de bouwwijze van de Feniciërs op Sicilië.
“En examinant plus à fond l’architecture
punique en Sicilie, nous devons noter d’abords que les murs de Mozia, du type
‘à chaînage’ habituel, avec des tours saillantes à intervalles, n’en sont pas
l’unique exemple. En effet, les murs d’Eryx ont une très grande importance.
Ils sont antérieures à l’époque carthaginoise, mais à ce moment –la, ils
subirent une restructuration qu’indiquent entre autres, des lettres de
l’alphabet gravées sur certains blocs. La restructuration comprend, à ce
qu’on peut voir, le remploi de blocs mégalithiques en guise de renforcements
et l’implantation dans la courtine de tours régulièrement espacées, comme à
Mozia. »
|
Walls and
similar. Part 7.
Of some
towers, gates and stairs.
==========================
The
gateway to Punic Carteia before and after excavations. Sometimes it is not
totally visible, what is really there behind and under a heap of stones. A vertical section shows how carefully is designed
the staircase in the wall of Carteia.
Book 158.
The
gateway to the temple Baalat-Gebal Byblos goes back to 2800 BC. The gate on
the north side of the city is very old and dates from the 3rd - 2nd millennium
BC. There are protection walls on the sides. The steps are somewhat messy.
Book 322
+ 401.
In Motya
we find an almost perfect stage close to the gate in the NE of the city.
Behind it stands the wall with piers and columns where in between lesser
material is deposited to fill it up.
Book 28.
For doors
and gates to the side one makes use of large square blocks, as shown here at
a house in Mauretan Lixus.
Book 334.
The gate
of
Book 322.
When gates
have a roof one usually uses a large flat capstone. However, at Eryx in
Book 34.
On page
245 of the book Les Phéniciens Parrot Moscati and discusses the constructions
of the Phoenicians in
“By further examining the Punic architecture
in
|
Muren, poorten, torens e.d. deel 6.
De tussenfase van de platte stenen.
========================
Deel 6.
Her en der zien we opeens ook het gebruik van alleen maar
platte stenen opduiken. Wellicht heeft dat te maken met de beschikbaarheid
daarvan ter plekke. Over het algemeen waren de Feniciërs practisch ingestelde
mensen, die gebruikten wat ze tegenkwamen. Van heide en verre grote blokken
vervoeren voor de bouw van gigantische muren, dat kwam pas in een laat
stadium in zwang. We zien dat later bijvoorbeeld wel optreden bij Carthago.
Bij Carteia nabij Gibraltar in Zuid-Spanje had men
kennelijk platte stenen genoeg in de nabijheid om er keurige muren van te
kunnen maken. In een reconstructie van de Punische muur zien we het bestaande
onderaan en hoe het werkelijk was bovenaan. Het betreft de noordwesthoek van
de stad.
BK 158.
Ook in La Fonteta op de oostkust van Spanje wordt deze
bouwwijze toegepast. Even verderop ligt hier in het binnenland de burcht van
de Cabezo del Estano. Ook hier werden zo veel mogelijk de platte stenen
gebruikt.
Men gebruikt ook steunberen om het instorten te vermijden.
Lijkt dit op wat we eerder bij de grote muur van Byblos gezien hebben, of
zijn dat daar inderdaad kazematten in klein formaat?
BK 308 + 367.
In dit verband is de visie van de Universiteit van
Alicante van belang (Phoenician colony in southeast Spain re-examined, 2014).
De muren van het fort gaan terug tot de periode 900-850 BC en men ziet een
sterke gelijkenis met de bouw in Hazor en Qeiyafa in Israel.
|
The intermediate
stage of the flat stones.
=============================
Part 6.
Here and
suddenly we also see the use of just popping flat stones. Perhaps it has to
do with their availability on the spot. In general, the Phoenicians were
practically minded people who used what they found. To bring from far and
wide to transport large blocks for the construction of giant walls, that came
only at a late stage in vogue. We see that, for example later occur in
In
Carteia near Gibraltar in southern
BK 158.
Also in
La Fonteta on the east coast of
One uses
also buttresses to avoid collapse. Is this like what we earlier saw at the
Great Wall of Byblos, or were that indeed casemates in small size there?
BK 308 +
367.
In this
context, the vision of the
|
woensdag 4 maart 2015
Muren, poorten, torens e.d. Deel 5
Muren, poorten en torens. Deel 5.
Op weg naar de kazematten en perfecte vierkante blokken
steen.
===============================
We hebben nu al diverse soorten bouwwijzen gehad. Gewoon
een hoop stenen zo hoog mogelijk, of juist schuin om instorting te vermijden.
Verder het bouwen in verschillende lagen met verschillende soorten steen, of
zoveel mogelijk torens achter elkaar, of de z.g. raamwerk-techniek. Het is
allemaal niet strict chronologisch te plaatsen. Het lijkt wel of de
emigranten uit Fenicië overzee in Sardinië, Afrika of Spanje gewoon hun eigen
bouwwijzen meenamen uit de streek, waar ze vandaan kwamen. De Tyriërs bouwden
bijvoorbeeld anders dan de Feniciërs, die kwamen uit Galilea, of die kwamen
uit de streek bij Arwad. Pas na verloop van tijd komt er meer eenduidigheid
en zien we bijvoorbeeld de z.g.raamwerk-techniek overal opduiken. Heel soms
zien we verschillende technieken op dezelfde plek naast elkaar opduiken,
zoals bijvoorbeeld in Motya. In de eerste fase is volstaan met een toren (bij
de struik). Daarna komt er een muur met vrijwel onbewerkte stenen en
tenslotte een nieuwe muur met perfect bewerkte rechthoekige stenen.
BK 420. Motya. Reconstructies.
Het gebruik van kazematten is al zeer oud. We zien er al
een aanzet toe bij Byblos met kleine steentjes. Echt grote kazematten met
grotere stenen komen voor bij Tel Arqa. Overzee zien we kazematten met
vierkante blokken te Motya en Carteia. Ook hier zien we dus binnen de kazemat
een evolutie van het gebruik van kleine stenen naar grote blokken.
|
Walls,
gates and towers. Part 5.
On the
way to the casemates and perfect square blocks.
=================================
We
already had various types construction methods. Just a heap of stones as high
as possible, or even skew to avoid collapse. Furthermore, the construction in
several layers with different kinds of stone, or as many towers as possible
after the other, or the so-called frame-technique. It's all not strictly
chronological to be placed. It seems that the emigrants from
BK 420. Mothia. Reconstructions.
The use
of bunkers is very old. We see there is already a step increase at
|
Muren, poorten, torens e.d. Deel 4.
Raamwerk techniek of afleidingen daarvan.
===============================
In de catalogus I Fenici uit 1988 wordt onder het
hoofdstuk “City planning and Architecture” de raamwerk techniek op de
bladzijden 267 en 271 als volgt voor Motya en Soluntum beschreven:
“ The
houses show the characteristic framework technique and the typically Punic
arrangement of rooms around a central courtyard. In Motya we see upright
orthostats alternating with spaces filled in with rubble.”
In een duitse vertaling “Die Karthager” by S.Moscati wordt
er op blz 66 de techniek aldus beschreven:
“Die Mauren sind gekennzeichnet durch die
“Rahmen-Bauweise”, d.h. die Zwischenräume zwischen zwei in bestimmten
Abstäanden aufgestellten Monolithen sind mit kleineren Gesteinbrocken
ausgefüllt sowie durch vorspringende Türme and Kasematten und durch zur
Landseite hin angelegte hintereinander liegende Wälle, wenn die Stadt mit den
Festland verbunden ist and damit von dort die grösste Gefahr droht.”
Soms volstaat men met alleen aan de buitenkant van de muur
grotere stenen te plaatsen en om dan het middenstuk op te vullen met het
kleinere materiaal, zoals een voorbeeld uit Kerkouane laat zien.
|
Framework
technique or derivations thereof.
===============================
In the
catalog I Fenici 1988 is described in the chapter "City Planning and
Architecture" the framework technique on pages 267 and 271 as follows
for Motya and Soluntum:
“ The
houses show the characteristic framework technique and the typically Punic
arrangement of rooms around a central courtyard. In Motya we see upright
orthostats alternating with spaces filled in with rubble.”
In a
German translation of I Cartaginesi by S.Moscati is the technique explained
on page 66. Here is the translation in English:
"The
walls are characterized by the " frame construction ", that is: the
spaces between two at intervals established monoliths are filled with small
rocks and protected by projecting towers and the casemates on the land side behind
other walls, if the city is connected to the mainland and so then threatened with
the greatest danger. "
Sometimes
it is sufficient to place only on the outside of the wall the larger stones
and then to fill in the middle part with the smaller material. Such shows an
example from Kerkouane.
|
Muren, poorten, torens e.d. Deel 3
Van primitieve muren naar de raamwerk-techniek.
====================================
Ook in het oosten komen we vrij primitieve muren tegen,
zoals in het Beiroet van de 7e eeuw v.C. De muur stamt uit de
ijzertijd en bestaat uit losse enigszins bewerkte, maar volstrekt nog niet
goed passend bij elkaar. Voor de bijbehorende trap zijn wat grotere platte
stenen gebruikt. Op een bijgevoegde plattegrond staat de lokatie van deze
muur te Beiroet, als hij tenminste al niet opgeruimd is door de bulldozers.
Een andere foto uit Beiroet laat een grote massa stenen
zien, die niet recht boven elkaar geplaatst zijn, maar trapsgewijs, waardoor
het instortingsgevaar minder groot is. Aan de andere kant hou je op deze
wijze niet gauw een mogelijke vijand buiten de muren.
Het veel oudere Oegarit (2000-1200 v.C) doet het eigenlijk
al een stuk beter met grotere stenen, die al wel enigszins passend bij elkaar
gelegd zijn, maar ook hier wijkt de muur enigszins terug. En een grote
deksteen vormt het plafond van de bijbehorende poort uit de 15e
eeuw v.C.
De Feniciërs verlaten al snel deze wijze van bouwen en
gaan over op het hanteren van een andere techniek. Om enigszins ordening in
de chaos te krijgen ging men over tot het plaatsen van stutpilaren, waarin de
grotere stenen verwerkt waren, waardoor beter de massa aan kleinere stenen
tussen de stutpilaren bijeen kon worden gehouden.
We zien dat bijvoorbeeld al in La Fonteta op de oostkust
van Spanje in de 6e eeuw v.C.
|
From primitive
walls to frame technique.
=============================
In the
east we encounter fairly primitive walls as well, like in
Another
photo from
The much
older
The
Phoenicians quickly abandoned this building method in using a different
technique. In order to get some order in the chaos, they went on to place
strut pillars, in which the larger stones were processed. In this way they
could held better together the smaller stones between the strut pillars.
We see
that for example already in La Fonteta on the east coast of
|
Muren, poorten, torens e.d. deel 2
Wat zien we in werkelijkheid?
Een eerste impressie.
OVERZEE in Sardinië.
Heel soms komen we overzee een geheel andere bouwstijl
tegen, zoals een cyclopische muur te Nora tegenover Cottellazza op Sardinië.
De muur omsluit de tofet. Je denkt, dat het een Nuraghen-bouw is, maar het is
toch echt Fenicisch en gemaakt in de 7e eeuw v.C.
« Pour ce qui concerne les murailles, le
meilleur exemple est Monte Sirai, parce que ce site a été très soigneusement
fouillé et qu’il s’agit d’une forteresse, dont d’une installation
particulièrement significative. Mont Sirai a une enceinte extérieure, qui
utilise les blocs de roche du sommet de la colline en les complétant avec des
pierres disposées régulièrement, et une enceinte intérieure, avec des
défenses en profondeur culminant dans une puissante tour centrale ou donjon.
D’autres forteresses, repérées récemment à l’intérieur de l’île Sardaigne,
révèlent deux systèmes défensifs : l’un avec des tours quadrangulaires
saillant à intervalles régulièrs, l’autre à crémaillère, avec des saillants
successifs. »
Het is echter niet overal zo duidelijk, zoals hierboven is
geschetst. Meestal begint het met vrij primitieve muren.
Cerro del Prado op de zuidkust van Spanje bij Gibraltar
heeft zijn vrij primitieve muur.
Het meeste is opgeslokt door de olie-industrie, maar er is
nog een klein stuk van over.
BK 4.
“Punic architecture used modest materials:
small buildings stones, mud bricks, baked bricks, baked or pressed earth, cut
stones and columns. To hide the poor quality of the material, the walls were
often covered with a layer of hard stucco and then painted: the colors
encountered are white, red and gray. Different materials are sometimes used
together; in the foundations of a wall, we have uncovered small building
stones and baked bricks covered with a thick and solid layer of stucco. Some
are built entirely of mud brick.” M.Fantar.
Het vestingwerk van Alarcon nabij Torre del Mar in
Zuid-Spanje is een mooi voorbeeld van vrijwel onbewerkte stenen, die op een
stevige ondergrond min of meer op een hoop zijn gegooid. Het geheel werd bij
elkaar gehouden door de wat grotere stenen aan de buitenkant te plaatsen.
Doorsnede van de muur te Alarcon. Hij is van zandsteen in
de ondergrond en erbovenop komt de leisteen.
|
What we
see in reality?
A first
impression.
OVERSEAS
in
Very
occasionally we come to see overseas a completely different style such as a cyclopean wall opposite to Cottellazza at Nora in
"As
for the walls, the best example is Monte Sirai, because this site has been
carefully researched and it is a fortress, a particularly significant
installation.
However,
it is not everywhere so clear, as has been outlined above. Usually it starts
with fairly primitive walls.
Cerro del
Prado on the south coast of
Most of
it is absorbed by the oil industry, but there is still a small part of it.
BK 4.
"Punic
architecture used modest materials: small buildings stones, mud bricks, baked
bricks, baked or pressed earth, cut stones and columns. To hide the poor
quality of the material, or at the walls were covered with a layer of hard
stucco and then painted: the colors is encountered are white, red and gray.
Different materials are sometimes used together; in the foundations of a
wall, we have uncovered small building stones and baked bricks covered with a
thick and solid layer of stucco. Some are built entirely of mud brick. "
M.Fantar.
Fortification
Alarcon Torre del Mar in southern
We have a
cross-section of the wall in Alarcon. He is of sandstone in the subsoil and
on top comes the slate.
|
Abonneren op:
Posts (Atom)