SUMUR
In de eerste helft van het tweede millennium wordt niet
gewag gemaakt van Sumur. Toch was die plaats er al wel en wel op 3 1/2 km uit
de zeekust aan de noordzijde van een zijrievier van de Nahr el Abrash.
|
Map 79.24. BERYTUS XXXVIII 1990 American Univ.Beirut
79.24.1.Tell Kazel, Excavations
of the AUB museum, Reports
diversen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Thoetmosis III overwint
in 1469 of 1479 te Megiddo een coalitie van Syrisch-Palestijnse vorsten en
bestormt Arados en Simyra/Sumur.
Verder noemt hij dan de
plaatsen Akko en Yapo (Y-p-w = ANET 242).
Op zijn 6e
veldtocht doet Thoetmosis III in ieder geval het traject Qadesh – Ardata –
Sumur en is kennelijk op de terugweg.
De belevenissen van Tyrus onder Abimilki volgens enkele
bronnen. Van belang, omdat in de 14e eeuw Sumur er in voor komt.
|
Map 97.26.BERYTUS 44 vol.XLIV 1999/2000
Archeological
Studies
Am.Univ.Beiroet
97.26.1.Tell
Kazel
L.Badre & E.Gubel
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rib-Hadda van Byblos (1375-1355) wordt hier genoemd, omdat
hij als o.a. Rib-addi uitmunt in deze tijd in klaagzangen over het gebrek aan
steun door de farao’s Amenhotep III (1391-1353) en Achnaton (1353-1335).Zijn
brieven bevatten o.a.aan:
Farao: er is een
pestuitbraak te Sumur.
Farao: Schepen van
Arvad zijn tegenover mij. Neem hun schepen in Egypte in beslag.
Farao: Zend een
garnizoen naar Sumura en Irqata, want dat van Sumura is op de vlucht geslagen.
In EA 104-105 is sprake van een zeeblokkade van Simyra
door Arwad. Waarschijnlijk was dat Tabet el Hammam.
|
Map 107.1.BERYTUS
47 Archeological Studies
Beiroet 2003 Vol XLVII 107.1.2.Tell
Kazel, Rapport preliminaire sur les 9e‑17e campagnes de fouilles (1993‑2001) Emmanelle Gort
du musee de
l'universite americaine de Beyrouth, chantier II
107.1.3.La
tablette 02.1. Carole Roche
(Tell Kazel)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Benteshina I van Sumur (+Amurru) c.1350
Mogelijk verovert tijdens zijn regering Aziru de stad. Zijn
opvolger heet Tubbi-Teshub en die heeft een geheel andere naam. De dynastie
Benteshina komt echter in de 13e eeuw opnieuw aan het bewind in de
stad bij het herstel van de Egyptische contole over de streek.
Overigens wordt Sumur wel 51x genoemd in de El Amarna
brieven. Het is mogelijk, dat er maar 1 of 2 Benteshina’s zijn en dat er een
verwarring is van wel een eeuw. Het kan zelfs zo zijn, dat Ahotmilki, de
dochter van Benteshina I, een relatie heeft met Ammištamru I van Oegarit. Het
kan echter ook om Benteshina II of III en Ammištamru II gaan!
Zie: map 52.8.2. Le sceau
nominal d’*Ammiyidtamrou, roi d’Ougarit, P.Bordreuil/D.Pardee.
Zijn naam staat op zegel RS 16.270.
J.Freu ziet maar twee maal een Benteshina, namelijk pas
van 1290-1274 en van c.1267-1235.
Zie map 79.7.2.La fin
d’Ugarit et de l’empire hittite, J.Freu, Semitica 48, 1998.
|
Sumur wordt trouwens bij de el-Amarna tabletten maar liefst
51x vermeld.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D/Tubbi-Teshub
van Sumur (+Amurru) 2e
helft 14e eeuw
c.1305-1290?
Zie map 79.7.2.La fin
d’Ugarit et de l’empire hittite, J.Freu, Semitica 48, 1998.
Hij is de opvolger van Benteshina I en heeft zijn positie
te danken aan de verovering van Sumur door Aziru.
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sumur en Amurru
kunnen dezelfde bestuurders gehad hebben.
Benteshina II
van Sumur 1290-1274 =
c.16 jaar
Hij is een tijdgenoot van
Ramses II, maar wordt afgeschilderd als een vazal van Hatušilli III van het
Hethietenrijk in een brief van laatstgenoemde aan de koning van Babylon.
Benteshina schijnt zijn beklag gedaan te hebben over het feit, dat de
Babyloniërs hem nog 3 talenten zilver (=90 kg) schuldig zijn. Waarschijnlijk
betreft het achterstallige tolgelden van de door zijn land trekkende
karavanen.
Zie:8.6.map Handel und Händler
H.Klengel Leipzig 1979
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sapils van
Amurru 1274-1267
= c.7 jaar
Zie map 79.7.2.La fin d’Ugarit
et de l’empire hittite, J.Freu, Semitica 48, 1998.
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Benteshina III
van Sumur 1267-1235
= c.28 jaar
Hij is in ieder geval in de 2e helft van de 13e
eeuw te plaatsen. Wellicht is hij het, die zijn dochter Ahotmilki
uithuwelijkt aan Ammistamru II van Ugarit (Rs 146 + 16.161)
Het huidige Tell Kazel en/of het latere Griekse Simyra
wordt in de El Amarna brieven 51 x genoemd en komt ook al bij Thoetmosis III
in beeld (1479-1425).
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ammistamru II van Oegarit (c.1260-1230)
wordt hier genoemd vanwege de mogelijk rol door Ahotmilki van Sumur.
Volgens Rs 17.396 gaat Ammistamru II scheiden. Op basis
van het woord BITTU leiden Arnaud en Salvini af, dat er een scheiding heeft
plaats gevonden. Zie: La divorce du roi
Ammistamru d’Ougarit, D.Arnaud + M.Salvini. Moet er ruimte vrijgemaakt
worden voor Ahotmilki van Sumur? (Rs.146 + 16.161). Zie: Ahatmilki, reine d’Ugarit et la guerre du Mukiš, E.Lipinski, OLP
12, 1981, blz 79-115. Is daar een oorlog met Mukiš voor nodig?
Moeten we niet delen van deze liefdesperikelen bij
Ammistamru I plaatsen?
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sanšgamuwa van
Amurru c.1235 - ???
Zie map 79.7.2.La fin
d’Ugarit et de l’empire hittite, J.Freu, Semitica 48, 1998.
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nog een keer komt Sumur
in dit millennium in beeld en wel bij:
Tiglath-Pileser I van
Assyrië bezoekt in 1076 Fenicië.
Zie: Ancient
Records of
297 -> Libanon
298 -> Libanon
302 -> Libanon – Amurru -
tribuut
303 ->
Amurru
306 -> tribuut
Arvad
Ili-Teshub van Hatti
328 ->
Amurru- tribuut Sidon,Arvad,Byblos – Pagatu gevangen
Waarschijnlijk heeft er
maar een tocht in deze richting plaatsgevonden, maar werd die op
verschillende plaatsen opgetekend.
Tiglat-Pileser I is
vanaf 1114-1076 aan de macht in Assyrië en onderwerpt de Kaški en de Urumi, mensen van het land van Hatti. Hij
is de veroveraar van de grote zee van het westland tot de zee van het land
van de Nairi.
ANET 275:Ik ging naar de Libanon. Ik velde (daar)
hout van ceders voor de tempel van Anu en Adad, de grote goden, mijn heren,
en bracht (ze naar Ashur). Ik vervolgde (mijn weg) naar het land van Amurru.
Ik veroverde het gehele land Amurru. Ik ontving tribuut van Byblos (Gu-bal),
Sidon (Si-du-ni) en Arvad (Ar-ma-da). Ik stak over in schepen (die behoren)
aan Arvad. Van Arvad, dat aan de zeekust ligt tot de stad Samuri (Sumur), dat in Amurru (ligt
op een afstand van) 3 dubbele miijlen over het land. Ik doodde een narwal,
dat zij een “zeepaard” noemen.
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Map 73.12.10 Inédits épigraphiques des fouilles
anciennes et récentes à Tell
Kazel E.Gubel + P.Bordreuil SEM 45, 1996
F.Briquel‑Chatonnet enige korte aantekeningen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten