zondag 25 januari 2015

Montalban

HOMMAGE aan César Luis de Montalban.

Deze Spaanse archeoloog was een bijzonder figuur. Hij verrichte tussen 1920 en 1940 vele opgravingen in het toenmalige Spaanse Marokko. Daarbij verzamelde hij vele voorwerpen en maakte hij vele notities, maar hij publiceerde nauwelijks zijn opgravingsresultaten. Hij bracht wel mondeling zijn conclusies en bevindingen over aan zijn medewerkers. Montalban heeft wel in 1933 een prachtige overzichtskaart samengesteld, waarop talloze plaatsen met neolithische, fenicische, carthaagse, romeinse, gothische en arabische vondsten zijn aangegeven. Een gedegen verantwoording ontbreekt echter.
Titel: Central de Monumento Historicos y Artisticas. Mapa Archeologico de la zona del protectorado de Espana en Marruecos con las rutas terrestres y maritimo y los yacimientos paleoliticos, neoliticos, fenicios, cartagineses y romano por César Luis de Montalban (1933).

Van oost naar west komt Montalban to de volgende plaatsen met een Fenicische of Punische achtergrond : Melilla (Rysaddir), Cazaza, Alumecas/Axdir/Einzo, Parietina/Penon de Velez, Cabo Tris, Mestasa, Punta Pescadores (Cobvcla), Taasa, Maaden, Bohamel (Taenia Longa), Ras Targa, Oad Lau (Lavd Plvmen), Tetuan (Tamvda), Ceuta (Ad Abilem), Alcazarseguer (Valone), Tanger (Tingis), Zel Had (Ad Mercuri), Arcila (Zilis), Lalla Yilalia (Tabernae), Larache (Lixus), Alcazarouivir (oppidvm Novvm).
In het binnenland geeft hij ook nog enige plaatsen aan bij El Barch, Ravoa, Dar Akaba en Amar u Saïd. Veel van zijn bevindingen zijn later door zijn onmiddellijke opvolgers bevestigd, zoals o.a.M.Taradell, R.Thouvenot, P.Quintero, M.Gomez Moreno, E. Gozalbes Gravioto. Montalban heeft hen de weg gewezen. Er zijn echter nog plaatsen, waar Montalban wel was, maar zijn opvolgers nog niet!

HOMAGE to César Luis de Montalban.

This Spanish archaeologist was a special figure. He conducted between 1920 and 1940 many excavations in the former Spanish Morocco. In addition, he collected many articles and made many notes, but he hardly published his excavation results. He presented his oral conclusions and findings on its employees. Montalban does have compiled a wonderful overview in 1933, in which countless places with Neolithic, Phoenician, Carthaginian, Roman, Gothic and Arabic finds are displayed. However, a thorough accountability is lacking.
Title: Central Monumento the Historicos y Artisticas. Mapa Archeologico de la zona del protectorado de Espana and Marruecos con las rutas Terrestres y Maritimo y los Yacimientos paleoliticos, neoliticos, Fenicios, Cartagineses y Romano por César Luis de Montalban (1933).

From east to west Montalban announces the following locations with a Phoenician or Punic background: Melilla (Rysaddir) Cazaza, Alumecas / Axdir / Einzo, Paritiena / Penon de Velez, Cabo Tris, Mestasa, Punta Pescadores (Cobvcla) Taasa, Maaden, Bohamel (Taenia Longa), Ras Targa, Oad Lau (Lavd Plvmen), Tetuan (Tamvda), Ceuta (Ad Abilem) Alcazarseguer (Valone), Tangier (Tingis), Zel Had (Ad Mercuri), Arcila (Zilis), Lalla Yilalia (Tabernae), Larache (Lixus), Alcazarouivir (oppidvm Novvm).
In the interior, he also gives some places at El Barch, Ravoa, Dar Aqaba and Amar u Said. Many of his findings were later confirmed by his immediate successors, such as: MTaradell, R.Thouvenot, P.Quintero, M.Gomez Moreno, E. Gozalbes Gravioto. Montalban has reminded them of the way they had to go. However, there are still places where Montalban was present, but his successors not yet!

donderdag 22 januari 2015

Wegwijs4

Zo komt deze wegwijzer weer terug bij het begin:
Feniciografologie.
P.Veyne: Niets is verder van ons verwijderd dan deze antieke beschaving. Zij is exotisch. Zij is afgeschaft en de voorwerpen voortkomend uit de opgravingen zijn net zo verbazingwekkend als meteoorstenen. Het weinige, dat ons via de erfenis van Rome heeft bereikt, is in een sterk verwaterde vorm tot ons gekomen en ten koste van vele herinterpretaties. Tussen de Romeinen en onze beschaving is een kloof geslagen door het Christendom, door technische, wetenschappelijke en economische revoluties, maar vooral door onze eigen beschaving.

Als U zich nu toch gaat verdiepen in de Fenicische en Punische nalatenschap, ondanks deze misschien niet al te stimulerende wegwijzer, trap dan niet in de volgende valkuilen:
-         Pak niet zomaar een klassiek boekwerk. Livius is bijvoorbeeld keurig vertaald in het Nederlands, maar juist hij heeft ook toen al mis-informatie opgenomen in zijn fameuze boekwerk “van het begin van de stad”. De aantallen, die Livius noemt, moeten nog al eens met een flinke korrel zout genomen worden. Ook bij zijn aangehaalde citaten over gesprekken en toespraken kunnen veel vraagtekens geplaatst worden. Verder zit hij waarschijnlijk niet helemaal goed met zijn chronologie.
-         Vermijdt boeken met pakkende titels, want een goede kans, dat er weer een niet door enige bewijs gedragen theorie wordt gepresenteerd. De plaats Zimbabwe in het vroegere Rhodesië is daar een goed voorbeeld van. Zodra de eerste blanke daar verscheen, zijn er talloze boekwerken verschenen, die moesten onderbouwen, dat in ieder geval de negerbevolking dit bouwwerk nooit kon hebben opgericht.

Zimbabwe.
De opgraving in 1932 toonde aan, dat het bouwwerk door de Karanga tussen 1000 en 1600 n.C werd opgericht. En dus niet de Feniciërs, Romeinen of Joden.
        80.13.‑   Zimbabwe     Mr.Dowling's Electronic Passport
Er staan op internet soms best wel goede zaken, maar pas op voor de mis-informatie.
-         Duik dus niet zo maar op het INTERNET!

Internetmist

Het is allemaal een beetje teleurstellend, wat je op het Internet tegenkomt. Uitzonderingen daarop zijn een paar goede boekaankondigingen. De meeste publicaties bevatten storende kleine en grote fouten. Veel foutjes hadden ook gemakkelijk vermeden kunnen worden bij een serieuze verdieping in de “Fenicische zaken”. Een enkele keer komt er echter ook verrassende informatie naar boven, waarvan je denkt: dat moet even goed nagekeken worden. Je moet echter goed het kaf van het koren kunnen scheiden. Veelal zijn de plaatjes wel mooi, maar is de begeleidende tekst niet altijd optimaal te noemen.
Een kleine rondgang, waarbij alleen op het trefwoord Phoenicians werd gezocht:

Volgens Will Raokaoe.
Toen ik keek waren er al 49.120 bezoekers voor mij geweest. Die kregen merkwaardige en onbegrijpelijke informatie over –25% oorlogsolifanten en +65% katapult-triremes bijvoorbeeld.
        80.1.‑    Age of Empires ‑ Phoenician Civilization
             Will's Age of Kings

Spanje in de Britannica Encyplopedia.
Pre-Romeins Spanje kende in de bronstijd reeds diverse welvarende gemeenschappen op het moment, dat de Feniciërs aankwamen. Dit was met name het geval in de Almeria streek (El Argar + El Oficio). Utica blijkt dan opeens al in 1178 v.C gesticht te zijn en Cadiz in 1100 v.C. Andere verkeerde informatie is, dat Hamilcar Barca in 228 een nieuwe hoofdstad stichtte: Cartago Nova en dat hij in 206 een zware nederlaag tegen de Romeinen leed. De man was al in 228 overleden!!!! Wellicht informatie, die verkeerd uit de encyclopedie is overgenomen.
Fenicisch scheepswrak te El Sec (Palma de Mallaorca) met maalstenen, koperbaren en Griekse keramiek, waarop de inscripties:
MLQRT’BD = slaaf van Melqart >> beter is: Melqart dient!
B’HLM = Baal is genadig >> verwisseling met B ‘ LHMn??? Beide lettercombinaties komen bijvoorbeeld bij Krahmalkov in zijn voortreffelijke woordenboek niet voor.
Merkwaardig dat dit scheepswrak mij niet bekend is geworden uit de doorgenomen literatuur!
        80.2.‑    Spain ‑ History       britannica.com

De oude Feniciërs.
De Libanees-Amerikaanse associatie maakt een redelijk overzicht, maar toch staan er weer een paar onvolkomenheden in, zoals:
-         Baalbek is niet in eerste instantie door de Feniciërs tot zijn grootsheid gebracht.
-         De Feniciërs brachten hun alfabet niet alleen tot het oostelijke gebied van de Middellandse zee, maar tot het gehele gebied van die zee en zelfs daarbuiten.
-         De stad Arvad wordt per abuis Arqad genoemd.
-         Herodotus memoreert in 4.43 geen Carthager Sataspes. Dit was een Pers.
Op de rand: Keltische groepjes in Ierland zouden een Afrikaans alfabet gebruiken (Book of Ballymote). Pat Remler maakt nogal wat foutjes en neemt dubieuze bronnen op in zijn overzicht.
        80.3.‑    The Ancient Phoenicians  Saint Maron Parish of Cleveland

Volgens Comptons Encyclopedia.
Het begint al slecht met de opmerking, dat de Fenicische zeelui 2500 jaar geleden de Middellandse zee opgingen. Dat moet dus 3000 jaar geleden zijn. Het eindigt ook slecht met het noemen van de god Moloch.  Dat is geen god, maar de naam voor een gebruik! Wel is er een mooie afbeelding bijgevoegd van een gouden schaal met een jachtscène erop.
        80.4.‑    Phoenicians
             Compton's Encyclopedia Online ‑ The Learning Company

Volgens Startfishnet.
Deze neemt de tekst van Comptons gewoon over met de fouten of gebeurt het net andersom? Het is even erg. Wel een mooie afbeelding van een beeldje: ruiter en paard.
        80.5.‑    Phoenicians ‑ Carthage   History/civ ‑ Starfishnet


Hettieten en Feniciërs.
Leraren krijgen informatie voorgeschoteld, die ze aan hun leerlingen gaan doorgeven. Sommige stellingen zijn echter zeer te betwijfelen:
De Hettieten werden niet door de Assyriërs maar door de Zeevolken opgerold.
Er waren nauwelijks natuurlijke havens aan de Libanonkust. Tyrus, Sidon en Arvad maakten kunstmatige havens!
De mogelijkheid van het bereiken van Amerika wordt opgevoerd.
Het Fenicische alfabet was NIET gebaseerd op klinkers!
        80.11.‑   The Hittites and Phoenicians
             Highschool teachers programma

Volgens Dowling.
Ook in deze publicatie op het internet komen we een aantal zo gemakkelijk vermijdbare foutjes tegen:
-         het is maar de vraag of de Feniciërs zelf het alfabet uitvonden;
-         Puncia was NIET de naam van Carthago bij de Romeinen en evenmin Punica als het een typefout betreft;
-         De eerste Punische oorlog begon niet in 328 v.C;
-         De tweede Punische oorlog eindigde NIET in 204 v.C.
        80.12.‑   The Phoenicians and Carthage
             Mr.Dowling's Electronic Passport

Australië even in beeld.
Bryce Barker ontzenuwt een proefballonnetje uit Queensland. Val Osborn suggereert een Fenicische aanwezigheid te Freshwater Point.
        80.16.‑   Phoenicians in Queensland
             Radio National, Ph.Adams: 20‑07‑2000


Volgens RAGZ-International.
Het begin van deze internetpublicatie is vrijwel gelijk aan 80.4 met dezelfde foutjes. Bovendien wordt gesteld, dat de Feniciërs met het syllabisch schrift kwamen. Dat is niet juist. Zij hebben juist een uit het syllabisch schrift ontwikkeld alfabetisch schrift verspreid. Van de lettergreep naar de betekenis per letter dus!  Het artikel gaat verder met vragen en stellingen over de herkomst. Dat de Feniciërs al in c.3000 te Libanon aankwamen is hoogst twijfelachtig. Dit waren in feite de Kanaanieten. Vervolgens wordt het traject van de geschiedenis in het 1e millennium redelijk goed doorlopen, zij het met het merkwaardige tussenvoegsel betreffende Mapen en zijn zus Myrra van Sidon. Hun vader is Elibar, een bekwaam timmerman, die scheepshout, kistjes en houten speelgoed maakt. Elibar gaat op pad om aan de 2e tempel te Jeruzalem te gaan werken.
        80.21.‑   The Phoenicians
             Ragz‑International

Ask dr.Dig.
Dit stelt nauwelijks iets voor: Canaan, 9e eeuw, Necho 606, om Afrika.
        80.22.‑   Ask dr.Dig:How far did the Phoenicians go?
             Archeological Institute of America AIA

Fenicische goden.
Afbeeldingen van Melqart (de Kanaanietische stormgod??), Aštarte (aardmoedergodin?) en Adon (een jonge god herboren). Overigens slechts 3 van de 89 “slides” heb ik pas uitgeprint en dan al genoeg vraagtekens. De plaatjes zijn echter zeer mooi. Nu nog een goede beschrijving erbij.
        80.23.‑   Living next tot the Phoenicians & the Philistines
             afbeeldingen van Baal, Astarte?, Adon

Volgens het EMUSEUM.
De Feniciërs worden onder ‘Ancient Greek Civilizations’ gerangschikt. Hun vestiging wordt al op c.2500 v.C ingeschat. Er wordt gesproken over een Fenicisch rijk, maar dat is er nooit geweest. Na 64 zou de naam Fenicië zijn verdwenen. Ook al niet waar!
        80.25.‑   EMUSEUM
                  ‑Ancient Greek Civilizations: The Phoenicians

Emailcorrespondentie.
Russell Gmyrken reageert op een internetpublicatie van ORION t.a.v. de Joden Samaritanen. Een engel leert Abraham om te lezen en te spreken in het Hebreeuws, de verloren taal van de schepping. Enoch schijnt de astrologie ontdekt te hebben en dit te hebben doorgegeven van de Feniciërs naar de Grieken. Joden en Samaritanen claimen de uitvinding van het schrift, maar dat is nationalistische prietpraat.
        80.28.‑   Re: orion Phoenicians & Greeks
             gaat over: Joden en Samaritanen * schrift
             Russell Gmirkin

Feniciërs en Ligurië.
Het Grifo.net beweert, dat de Feniciërs kolonies in Ligurië hadden. Het enige wat bewezen is, is de invasie door Mago in 205 v.C. Vervolgens wordt uitgebreid ingegaan op het schrift en dat zit wel redelijk in elkaar. Op het eind de claim van de 1e precolumbische exploratie en geschriften uit Oklahoma is weer helemaal op de rand of zelfs er overheen.
        80.29.‑   Phoenicia
             Grifo net / Genova/Ligury

Gloria Farley.
Het boek “In plain sight” van de Epigraphic Society stelt, dat er voor Columbus al geschriften uit de oude wereld in Amerika ronddwarrelden.  Er worden 338 “bewijzen” gepresenteerd. Melungeons, Olmeken etc.
        80.30.‑   In Plain Sight ‑ Old World Records in Ancient America
             Gloria Farley

Encyclopedia Britannica.
Weer hetzelfde als bij 80.3 en 80.20. En zo sluipt de foutieve informatie door Internet heen en zet vele mensen op het verkeerde been.
        80.31.‑   Phoenicians
             Encyclopedia Britannica Intermediate


De Afrikaanse aanwezigheid.
Herodotus stelt reeds, dat de Colchiërs eigenlijk Egyptenaren waren. St.Jerome heeft het over het 2e Etheopië. Volgens de bijbel zijn de Kanaanieten, Etheopiërs en Egyptenaren Afrikaanse volken. De Hamieten worden gelijk gesteld met de negerbevolking van Afrika. Erg kort door de bocht verhaal.

        80.32.‑   Colchians, Phoenicians and Canaanites
             The African presence in classical West Asian Civilizations
             Runoko Rashidi

Van oude tijden.
Een zeer korte internetpublicatie, waarin geen grote fouten. Alleen het geografisch determinisme sluipt er in. Men kan echter niet goed rekenen. De eventuele omzeiling van Afrika vond niet 1000 jaar voor de Portugezen plaats, maar 2000 jaar! Wel een mooi plaatje van een Romeinse tempel in het bergdorp Bayt Miri.
        80.33.‑   Lebanon History = Ancient Times
             The Phoenicians          Leb.org

De claim van Val Osborne.
De Feniciërs zouden Australië hebben bereikt. Allemaal een beetje te ver gezocht. Zie ook 80.16.
        80.34.‑   Australian Says Ancient Phoenicians Made it Down Under
             Warren Singh‑Barlett ‑ Ancient Mysteries Index
             TopCities.com

Brazilië.
Controversiële stellingen:
-         de mid-Atlantische rug is het restant van Atlantis;
-         str.van Gibraltar = zuilen van Melqart;
-         Feniciërs bereikten Engeland;
-         Feniciërs in Brazilië.
a.Pensiva meer met scheepshellingen en Fenicische werktuigen.
Onderzocht door R.Lopes in 20-er jaren
b.Estremoz meer aan een 11 km lang kanaal met het dorp Touro. Hier zijn inscripties gevonden, die verwijzen naar de koningen van Sidon en Tyrus in de periode 887-856. L.Schwennhagen.
c.Ongepubliceerde inscripties van A.Frot.
d.Pedra da Gavea: inscriptie > Hier Badezir, koning van Tyrus, de oudste zoon van Jetbaal.
e.Pao de Acucar: 4 Fenicische letters?.
f.theoriën over de Amazone en Indianenstammen. Het gaat over de rand.
        81.1.‑         Phoenicians in Brazil BC           Christian da C.Karam, Porto Alegre, Brazil
                  Onderdeel van 'A Bequest Unearthed'


De tin mijnen van Cornwall.
Met behulp van tin kan men brons maken. De tineilanden worden genoemd door Herodotos (445), Pytheas (352-323), Polybios (160). Herodotos heeft het over de Cassiteriden en Diodoros noemt het eiland Ictis. Tegenwoordig denkt men dat dit Mount St.Michael of Falmouth is. Vandaar ging het tin naar Morlais en verder over land naar Marseille. Tot zover is het goed te volgen, maar dan wordt er een verbinding gelegd, die twijfelachtig op zijn minst is.
Was Joseph van Arimathea een tinhandelaar?
Hij zou zich in Glastonbury gevestigd hebben. Het is het begin van het christendom in Engeland. Ver gezocht om dit aan de tinmijnen te koppelen.
        81.4.‑         Britain, Phoenicia's Secret Treasure and its conversion to Christianity
                  Joseph of Arimatheo & the Legendary Tin Mines of Cornwall
                  Salim George Khalaf              Onderdeel van 'A Bequest Unearthed'

Zendelingen van een beschaving.
Een merkwaardige theorie over de oorsprong van de Feniciërs: al in 3000 v.C woonachtig(???) en afkomstig uit India of volgens Ierse overlevering van de Skythen. De Skythische koning Phoeniusa Farsa zou het land hebben laten bevolken en noemde het land: de zoon van Phoeniusa.
Andere uitspraak:De Feniciërs waren de eersten na de Joden, die het Christendom omarmden.
        81.6.‑         Missionaries of Civilisation
                  Salim George Khalaf               Onderdeel van 'A Bequest Unearthed'

De Bengaalse oorsprong.
De Rig Vedda is een Indiaas verhaal. Hierop gebaseerd tracht Rajeswar Gupta de Fenicische oorsprong aan te tonen. Het begon met een oorlog over een kudde tussen de Indische Ariërs en de Feniciërs. Die laatsten leven in delen van Afganistan en India. Verdreven naar Arabië en de Rode zee. Vroeger was er een verbinding tussen de Middellandse zee en de Rode zee. Die droogde op en dus verdween ook het contact met India. Poging om te verklaren, dat de in de Rig Vedda genoemde PANI = Feniciërs. SARAMA in de Sukta zou een Fenicische vrouw zijn. Pani zou ook handelaar betekenen. Echte bewijsvoering is er echter niet.
        81.7.‑         The Rig Veda
                  A History Showing how the Phoenicians had their earliest home    in India >>> A Bengali Essay on the Subject by Rajeswar Gupta.
                  Salim George Khalaf              Onderdeel van 'A Bequest Unearthed'

En zo kan ik  nog uren proberen door te gaan met U voor te lichten. Het is ondoenlijk bij al die mist, die al neergedaald is over de werkelijke juiste informatie. Tot die conclusie kwam Philo van Byblos ook al toen hij zijn Fenicische geschiedenis schreef in de 1e eeuw na Chr en zich erover beklaagde, dat de Grieken zoveel verkeerde en verwrongen informatie de wereld in hadden gezonden.

RPS
De schrijver
H.R.van Diessen
03-12-2003
Herzien 16-07-2005


Wegwijs3

Ceterum Censeo.
Een reisbezoek van J.Rentes de Carvalho aan Carthago. Hij wenste door het lezen van het boek van Flaubert (Salammbo) vurig de stad te zien. Het werd een deceptie. Tenslotte wierp ik een laatste blik op de mistroostige verlatenheid en klom ook de helling op naar een verfrissing en de bus, die me vandaar zou wegvoeren.
53.8               Ceterum Censeo                                       J Rentes de  i.e.v.v:Harrie Lemmens
                                                                                              Carvalho                             Artikel reisverslag

Je moet ook oog voor het Fenicische verleden hebben. Ga niet op zoek naar kolossale tempels. Die zul je niet vinden. Een eenvoudige steen is al wat je deel zal zijn. En dan je verbeeldingskracht aan het werk zetten. Als je geluk hebt, dan zit er in zo’n steen misschien wel een gat en heb je mogelijk wel te maken met een anker. Zoiets overkwam me op een strand aan de zuidoostpunt van Spanje.  Hij was te zwaar om te vervoeren, maar ik weet nog de exacte lokatie op de meter nauwkeurig. Je moet ook niet naar de bekende toeristische plekken gaan, maar je eigen route uitstippelen, zoals:

UTICA
Op een warme dag in het jaar 1982 reed ik van Tunis naar het noorden. Ik had net de grote desillusie van Carthago achter de rug. Ondanks het feit, dat je van tevoren weet, dat er haast niets tastbaars meer boven de grond te traceren valt, is toch de daadwerkelijke optekening op het netvlies daarvan een schok van jewelste. De grootste of één van de grootste oorlogsmisdaden van de oudheid werkt nog steeds door bij het barre zien daarvan.
Ik heb het kroost achtergelaten op de hete stranden van Neapolis en ga opnieuw op excursie naar de restanten van een beschaving, die mij altijd heeft geïntrigeerd. Naast Carthago waren er meer Punische steden in Noord‑Afrika. Neapolis of het moderne Nabeul was er ook zo een. Mijn tent staat opgeslagen op het terrein van het oude Neapolis. Mijn kinderen hebben er geen weet van, dat ze op historische grond bivakkeren, maar weten wel, dat vader zonodig op expeditie moet. Het wordt heet op deze dag.
Na de heuvels benoorden Tunis komt de verzengende vlakte van de rivier de Medjerda in zicht met aan de einder een nieuwe heuvel. De rivier wordt gepasseerd en dan even later volgt de stoffige zijweg naar Bordj & Henchir Bou Chateur of Bû Schâter. Het is inmiddels ongemeen heet geworden op het midden van de dag. Met moeite bereik ik het begin van het dorp en kan nog net een bordje ontwaren, dat me naar een museum leidt. Ik heb mijn eigen fysieke mogelijkheden overschat. Kon ik in Carthago nog wegvluchten in een restaurant en om 'arba' te smeken; nu is iets dergelijks in geen velden of wegen te bekennen. Ik strompel uit de auto naar de schaduw toe en probeer bij te komen. Het is over de 40 graden Celsius. Naast de deur van het museum vind ik enige schaduw en zak ineen. Na enige tijd en misschien wel langer voel ik een hand op mijn schouder. Een Tunesiër bevindt zich gehurkt voor mij met een schaaltje water en wat vruchten. Hij lapt me weer op. We verstaan elkaar nauwelijks, maar na enige tijd heb ik door, dat hij de beheerder van het museum is. Hij begrijpt nu ook, dat ik zomaar geen toerist ben, maar dat ik alles weten wil van het museum. Hij leidt me rond en ik kan overal foto's van maken. In de sarcofaagjes huizen salamanders en spinnen. Na enige tijd ben ik enigszins hersteld en maak aanstalten om verder de plaats te verkennen. De beheerder raadt het me af, maar ik ben er nu eenmaal en zal de plaats ook zien ook. De goede man geeft me nog wat dadels en een fles water mee voor onderweg en ik geef hem wat geld, waar hij maandenlang van zal kunnen leven. Onder een parapluie strompel ik door het antieke Utica en herken onmiddellijk alles waarover ik in het verleden gelezen heb. Ondanks het feit, dat ik af en toe dreig flauw te vallen, kom ik tot het 'eiland' en de necropool. De inderdaad perfecte graf‑vierhoeken zijn bevuild met afval en poep. De Romeinse muren en bastions zijn duidelijk aanwezig. De weg terug naar de heuvel is een golgotha ervaring. Halverwege ligt een dode hond, die nauwelijks zichtbaar is vanwege de horde vliegen. Ik redt het net terug naar de auto en de beheerder zit meewarig voor zijn deur naar mij te kijken. Groot is zijn verbazing als ik nog twee keer er op uit trek om zoveel mogelijk te zien en vast te leggen. Ik schiet een paar fotorolletjes vol.
Er leven overigens niet veel mensen meer in Utica in 1982. Ze hebben een deel van de Romeinse overblijfselen benut voor provisorische huizen. Onderweg komen er ook nauwelijks mensen op dit uur van de dag naar buiten. Alleen wat kippen kruisen het pad van deze avonturier.
Er zijn ook geen archeologen te ontdekken, want die kiezen begrijpelijk het winterseizoen voor hun onderzoeken. Aan het eind van de dag voel ik het contrast tussen het Carthago met zijn moderne vila's en het Utica met zijn schamele behuizingen nu des te schrijnender. Het is tekenend voor deze oudste stad van de Feniciërs in Noord‑Afrika. Op de terugweg in de naderende avond naar Tunis en verder is er even tijd om tot bezinning te komen. Ik neem mij voor ooit een boek te schrijven over dit van god en al verlaten oord, waarvan de Fenicische naam niet eens met 100% zekerheid bekend is. Wel weten we de Griekse naam "Ityke" en de Latijnse vorm "Utica". De Fenicische letters zouden ' T G (=de oude), of ' T K (=station), de
l uisterrijke/prachtige of eenvoudigweg de kolonie kunnen zijn.
Na 17 jaren is het er dan eindelijk van gekomen. Het boek is in de koude Hollandse winter van 1998/1999 gemaakt, al was het alleen maar uit piëteit voor de ouderdom van de stad, uit dank voor de beheerder van museum en als herinnering aan een fantastische werk‑vacantie in Tunesië.
Overigens zal in dit boek voor het gemak zoveel mogelijk de meest bekende naam Utica worden gebruikt.
Utica, Henk van Diessen, Apeldoorn, 1999.

Je moet bijvoorbeeld ook gaan zoeken achter of onder de bestaande facades van onze huidige urbane samenleving en daar weer de verbeeldingskracht de vrije loop laten:Cadiz.
Het was in de zomer van 1986, dat ik voor het eerst Càdiz bezocht. Ik was onmiddellijk in de ban van de grootsheid van deze stad, die als een gigantisch containerschip voor anker ligt op de rede van Zuid‑Spanje. Kilometers lang strekt zich een lang smal eiland uit, haast parallel met de kust van het vasteland en haaks op de monding van de Rio Guadalete. Ik noem het nog steeds een eiland, ondanks het feit, dat talloze bruggen en dammen het inmiddels verbonden hebben met het vasteland. Het oogt nog steeds als een eiland met op de voorsteven de oude stad, doordrenkt van vis‑ en zeelucht. Via de Punta Candelaria kom ik op de Plaza de Mina terecht, maar het archeologisch museum aldaar is in reconstructie. Mijn rondgang door de oude stad langs het Castillio de Santa Catalina, de Puerta Caleta wordt afgesloten bij de Plaza de la Catedral.
Het middendeel van het lange eiland wordt in beslag genomen door de containers. Met andere woorden de moderne flatgebouwen. De achtersteven ziet er nog ongeveer uit, zoals het vroeger is geweest. Het lange lage zandige eiland zinkt langzaam weg in de Atlantische oceaan. In het kielzog van de gigant ligt nog een kleine oprisping. Het is maar de reddingssloep Sancti Petri met daarop het heiligdom van Melqart, of wat daar van over is. Ondanks de vriendelijke aanwijzingen van Hermanfrid Schubart wist ik toen niet veel meer dan dat mogelijk 3000 jaar eerder Fenicische zeevaarders hier aan wal kwamen om er een stad te stichten. Sindsdien heb ik mij voorbereid om veel beslagener ten ijs te komen voor een volgend bezoek.
Dit jaar ben ik weer terug geweest in Càdiz. De moderne tijd overwoekert meer en meer het lange eiland met snelwegen, spoorlijnen, havenwerken en industriecomplexen. De oude stad lijkt nog goeddeels intact gebleven te zijn. Het museum op de Plaza de Mina is nu toegankelijk en veel waarover ik ondertussen gelezen heb, kan ik nu terugvinden. Ik weet nu wat er schuil gaat achter de namen van Calle de Capuchinos, Concepcion Arenal, Puerta de Tierra, Santa Maria del Mar, Ciudad del Santander en Campos Eliseos. Zelfs op de Plaza Asdrubal zie ik de uit de bouwput in veiligheid gebrachte genummerde stenen liggen.
De opgedane historische kennis, de geografische onderlegdheid en de inmiddels vergaarde topografische bekendheid hebben geleid tot een vracht aan informatie, waardoor dit boekwerk er wel gewoon moest komen.
76.1        Gadir                                   H van Diessen   NCPHP, Apeldoorn, Einde van de wereld              1999

Ik ben niet de enige geweest, die zo op zoek is geweest naar de ontbrekende schakel. Enige andere voorbeelden:

Het Punisch van Nostradamus.
Zijn voorspellingen worden door maar weinig mensen serieus genomen. Toch schrijft deze merkwaardige figuur, die door koningen en andere belangrijke personen werd geraadpleegd, dat hij zich beroept op de PUNISCHE KRONIEK.
“En hun taken zullen dooreen gemengd worden met die van de Latijnen en de Arabieren door middel van de Punische verbindingsweg in een grote vereniging.”
Bij Nostradamus moeten we terug gaan naar 27 juni 1558 na Chr te Salon in de Provence. J.Scaliger (1540-1609) moet zich nog gaan verdiepen in de Feniciërs. J.Selden moet in 1617 nog komen met zijn De Diis Syriis. S.Bochart van Caen (1599-1667) is pas de eerste die baanbrekend werk in de studie naar de Feniciërs begint. W.Genesius van Halle (1785-1842) zet de Fenicische taal pas een beetje fatsoenlijk op een rijtje. Hallo! Wakker worden! Hier is met Nostradamus dus echt iets meer aan de hand, dan alleen een figuur, die verhaaltjes uit zijn duim aan het zuigen is!
De “Punische” teksten van Nostradamus:

I,9 Uit het oosten zal het Punisch hart komen.

Het zal Hadria en de erfgenamen van Romulus boos maken.
Het zal vergezeld zijn van de Lybische vloot.
De Maltenzer tempels en de nabije eilanden zullen leeg zijn.
II,29 De oosterling zal uit zijn zetel gaan.
Hij trekt de Apenijnse bergen over om Gallië te zien.
Hij zal de hemel, de wateren en de sneeuw doortrekken,
en hij zal ieder slaan met zijn roede.
II,30 Eén, die de helse goden van Hannibal zullen doen herboren worden,
zal zijn de vrees van de mensen:
Nooit wisten de dagboeken meer vreselijks te zeggen,
dan hetgeen door Babel de Romeinen zal overkomen.
II,60 Het Punische geloof in het Oosten wordt verbroken.
De stad Ganges, de Indie, de Rhône, de Loire en de Taag zullen veranderen
wanneer de honger van de muilezel verzadigd zal zijn.
De vloot is verspreid. Bloed en lichamen zullen zwemmen.
II,78 De grote Neptunes uit de diepten van de zee
met Punische lieden en Gallisch bloed vermengd.
De eilanden baden in bloed door het trage roeien.
Het zal hem meer schaden, dan het verborgene, dat slecht verborgen is.
II,81 Door het vuur des hemels wordt de stad bijna verbrand.
De urn bedreigt nog weer Deucalion.
Sardinië wordt gekweld door een Punisch schip,
nadat de Weegschaal zijn Phaëton zal laten gaan.
III,93 Het gehele bestuur van het grote rijk zal in Avignon
stil staan vanwege het verlaten Parijs.
Tricast zal de toorn van Hannibal tegenhouden.
Lyon zal voor de verandering slecht getroost zijn.
IV,94 In 500 jaar zal men geen rekening meer met hem houden,
hij, die het sieraad was van zijn tijd.
Hij zal vervolgens opééns grote helderheid brengen,
zodat die tijd hen zeer tevreden zal doen zijn.
V,20 Over de Alpen zal een groot leger trekken.
Kort tevoren zal een /? Monster geboren worden.
Op wonderbaarlijke en plotselinge wijze zal
de grote Toscaan dichter naar zijn plaats terugkeren.
V,58 Van het aquaduct van Uticense zal Gardoing
door het woud en de berg ontoegankelijk zijn.
Midden op de brug zal hij worden verslagen met de vuist.
De leider Nemans, die zo vreselijk zal zijn.
VI,85 De grote stad van Tarsus zal door de Galliërs
worden verwoest; allen zullen gevangen genomen worden te Turban.
Hulp komt overzee van de grote Portugees
op de eerste zomerdag, de dag van de heilige Urbanus.
VI,99 De geleerde vijand zal zich in verwarring omkeren.
Een groot legerkamp is ziek en vernietigd door hinderlagen.
De Pyreneese bergen en Fenicië zullen hem geweigerd worden,
terwijl men dicht bij de rivier oude rotsen ontdekt.

De wereld wil misschien graag bedrogen worden, maar hij kende in ieder geval wel zijn klassieken.
          78.13.  De profetieën van          W.L.Vreede          Amsterdam 1981
                  NOSTRADAMUS                                    Schors            [alleen de passages m.b.t.  de Feniciërs/Puniërs].

Aubrey Menen zoekt een paar eeuwen later ook de Feniciërs:
69.10.Ruïnenstädte der Antike, Aubrey Menen.
Menen bezoekt menige puinhoop van de Feniciërs en Puniërs en komt tot wat merkwaardige conclusies. De Joden waren de armeluizen binnen het Semietische volk. Tyrus en Sidon waren juist de rijken. Naast de Arabieren waren de Feniciërs het enige Semietische volk, dat aan de zeevaart deelnam.  Hun rijke winkel moet wel door aasgieren geplunderd worden. De Indische connectie voor wat betreft de herkomst is niet zo verwonderlijk getuige de afkomst van deze schrijver.

Soms raken we het spoor ook werkelijk  helemaal bijster of misbruiken we namen uit de oudheid, die iets mysterieus hebben:

Hannibal-the-Cannibal.
Een pakkende titel voor een enge film, waar weer de naam Hannibal in opduikt. Thomas Harris noemt zijn hoofdpersoon het grootste fictieve monster van onze tijd.

Hoedt U in het algemeen voor de naam Hannibal. Met het lezen van een boek over Hannibal bent u er nog lang niet. Hij was maar een kleine zandkorrel in de woestijn. Ongetwijfeld was hij een belangrijk veldheer, maar er waren er van Carthaagse zijde nog veel meer van zulke krachtpatsers. Op een of andere manier is de Hannibal vanuit de 2e Punische oorlog in de geesten van de huidige mens blijven hangen. En helaas wordt hij zo vaak ook nog eens verkeerd neergezet, zoals:

Zoveel fouten.
De documentaire TERROR OF ROME staat vol met fouten of gewaagde uitspraken. “De grootste vijand van het Romeinse rijk was Hannibal, een generaal uit Carthago, die met zijn leger de bezetting van zijn land in Europa kwam wreken”. Bijvoorbeeld deze kort door de bocht informatie.
          97.3.   Terror of Rome                            Discovery Channel
                  [registratie van fouten]                  + video

Let ook op bij het gebruik van de naam Carthago. Daar kan van alles achter zitten, want dat heeft ook zo’n magische klank en men gebruikt het voor van alles:

De herrijzenis.
Zomaar een roman, die een titel nodig had. Mijn boek had net zo goed Othello herrezen kunnen heten, zegt de schrijver dan ook.
          78.5.   Carthago herrezen          D.van Babylon       Manteau,Antwerpen
                                                                 Amsterdam 1967

Soms maken we van de nood een deugd.

Catacomben.
Tunesië heeft er weer een toeristische attractie bij. Het betreft deze keer wel een christelijke begraafplaats te Monastir, maar de plaats is vanuit de Punische tijd al bekend.
          79.12.2.Catacomben in Tunesië / Lepti minus

El Kef.
Alexander Bakker beschrijft de plaats El Kef in het binnenland van Tunesië met zijn waterbron. In de stad is nog een kleine synagoge. In de kasba ligt poep. De plaats was echter al uit de Punische tijd bekend. In 240 v.C verzamelden zich er de huurlingen van Carthago, waarna een gruwelijke opstand zou volgen.
          79.12.3.Kikkers in verschroeid laagland / El Kef  Alexander Bakker


Wegwijs2

Een andere KIJK op de zaak.
Populaire tijdschriften duiken dus ook wel eens de klassieke geschiedenis in. Ditmaal werd het een artikeltje over de door de Carthagers verrichte kinderoffers op basis van de bevindingen van L.Stager.
33.3.Economisch voordeel kinderoffers               Stager in TS KIJK   1981

Sommige serieuze onderzoekers zoeken de grens op van populaire onderwerpen. Er moet immers gepubliceerd worden!

Over het water lopen.
Een merkwaardige overeenkomst ligt er bij Mozes en Hamilcar. Mozes gaat door de Bittermeren heen en Hamilcar ploegt over een strandwal ten noorden van Carthago. In beide gevallen schijnt een windrichting ervoor gezorgd te hebben, dat er net een pad droogviel om doorheen te trekken.
79.21.  JOURNAL NEAR EASTERN STUDIES 53           Univ.of Chicago,1994
          79.21.4.Crossing the Waters:Moses and Hamilcar    Stanislav Segert

Soms wordt de grens ook in geografische zin opgezocht. Diverse publicaties pogen een veelal Bijbelse verbinding te leggen met landen als Axum, Yemen en Hadremaut, waarbij dan ook de Feniciërs een rol gespeeld zouden hebben. Een heel andere kant uit loopt er een langdurig onderzoek naar de vraag, of de Feniciërs de Azoren bereikt zouden hebben:

Een fabeltje?

Het duo Bikai ontkracht min of meer het verhaal, dat er Fenicische relicten zouden zijn op het eiland Corvo (Azoren).  Het begint met een Arabische uitspraak:
 Ibn Khordadbey (c.950) zegt, dat er een waarschuwend monument is om niet verder westwaarts te gaan: een bronzen ruiter met uitgestrekte arm.
 De Italiaan Pizigano zet in 1367 aan de rand van zijn kaart dit monument neer en wel toevallig op de plek, waar later de Azoren zouden blijken te liggen.
 Damien de Goes rapporteert in 1567, dat er een stenen beeld zou zijn in Moorse klederdracht met de rechterarm wijzend naar het westen op het eiland Corvo. Er zou ook een onleesbare inscriptie aangetroffen zijn.
 Manoel de Faria y Sousa herhaalt het bericht in 1628.
 In november 1749 wordt op Corvo een zwarte pot gevonden met 2 gouden en 5 bronzen munten uit het Carthago van 200 v.C en wel bij de fundamenten van een gebouw.
 Johan Podolyn (Zweed) gaat in 1761 naar Madrid, waar hij die muntenschat krijgt van Fr.Henrique Flores, die voorgaand verhaal vertelt.
 In 1835 komt Kapitein Boid te Corvo en de inwoners verhalen nog steeds van het verhaal van het beeld, waarbij ook Columbus een rol speelt.
 De Bikai’s doen in 1978? Opnieuw het eiland aan en nog steeds waart het verhaal rond, maar nu is het een richtingsaanwijzer geworden naar Boston met name. Daar gingen velen van de Azoren werken in de Nieuwe wereld.
Wanneer nu de kaap bekeken wordt (Ponta do Marco) dan heeft het wel iets van een ruiterstandbeeld. Het echte beeld en het gebouw zijn inmiddels al lang verdwenen.
 B.S.J Isserlin doet een archeologisch onderzoek, maar komt niet tot een duidelijk resultaat? => conclusie: de Fenicische legende van de pilaren van Melqart als uiterste grens hebben steeds een ander jasje en zelfs een andere plaats gekregen. De munten kunnen ook stammen uit het Corvo te Portugal. Archeologisch bewijs ontbreekt. Vrij onwaarschijnlijk, dat de Carthagers er zijn geweest, te meer, daar de Azoren gemakkelijker vanuit Amerika zijn te bereiken, dan andersom vanuit Europa.
          84.13.  A Phoenician Fable                        M.Patricia
                  Corvo                                     P.M.Bikai

Bij dit alles moet echter niet vergeten worden, dat het begin van de derde pijler onder de klassieke beschaving teruggevonden wordt in Syrië!

Of moeten we toch nog verder teruggaan tot ver in het zuiden van Arabië?

Een mogelijk stamland? De Feniciërs, hun voorlopers, of althans een deel daarvan zouden wel eens uit Yemen en/of Hadremaut afkomstig kunnen zijn. Met name het gebied van SHABWA aan de Wadi ATF laat door een Frans onderzoek zien, dat dit gebied in de oudheid goed ge-irrigeerd was en een belangrijk land- en tuinbouwgebied was. De verslechterende omstandigheden, gecombineerd met de door de klassieke schrijvers gememoreerde aardbeving heeft hen dan doen besluiten het noordelijker te gaan zoeken?

51.4.2. Shabwa (Zuid‑Arabië)                                    Univ.de Picardie, Amiens

Echt zeker zullen we alles nooit te weten komen. Zelfs in een nog afzienbaar verleden met geschreven overleveringen blijft de vraag hangen, of datgene wat opgeschreven is, ook werkelijk de waarheid is. We kunnen de waarheid slechts benaderen.

We weten het nooit zeker!

De gedachten van Brutus of Hannibal zijn slechts “benaderbaar”.  Je moet ook de vraag niet stellen:”Waarom trok Hannibal over de Alpen?” Beter is de vraag: “Wat dacht Hannibal, toen hij tot het besluit kwam om over de Alpen te trekken?” Een bewijs in stricte zin levert een historicus nooit. Zelfs het jaartallenboek is niet objectief, want dat is door het Christendom opgelegd.
De historicus heeft ook te maken met het subjectieve gevaar: het is niet toevallig, dat men de stichting van Utica of Gadir later of vroeger laat beginnen, naarmate men de Feniciërs verafschuwt of bewondert.
De Joodse geschiedschrijver Josephus verwijt de Grieken, dat zij allen op hun eigen wijze geschiedenis schreven, waardoor verschillende resultaten tot stand kwamen over hetzelfde onderwerp.
52.4.              Benaderbaar verleden    W den Boer Leiden, 1952 BOEK 95!

Bewijzen en modellen.
Studie en schrijven van geschiedenis is een vorm van ideologie. De historicus heeft te maken met verschillende (soms tegenstrijdige) technieken. Wat moeten we geloven van de klassieke auteurs, die veel schreven over gebeurtenissen van enige honderden jaren daarvoor. We moeten echter uitgaan van de stelling, dat al die klassieke verhalen waar zijn, totdat ze als onwaar zijn bewezen. Hamvraag: ondersteunt de archeologie de klassieke traditie?
Wanneer er over vrede gesproken wordt door de klassieke auteurs dan lijkt dat veelal maar zo. In werkelijkheid is het een permanente staat van onverklaarde oorlog tegen alle andere steden. Anderzijds was het ook profijtelijk om oorlog te voeren (als men wint). De meest mooie uitspraak van Finley is wel, dat hij historie geen wetenschap vindt.
53.11             Ancient History                                        M I Finley   Chatto & Windus
                        Evidence and Models      commentaar:                     Bastiaan Bommeljé NRC 8‑8‑86 BOEK 21


Zelfs de beeldvorming is aan vervorming onderhevig:
We hebben het over de Romeinen en we hebben gelijk een beeld van een harnas of een toga. Praten we over de Feniciërs, waar moeten we dan aan denken?

Fenicische kleding.
Deze komt o.a. tot uiting op diverse gedenkstenen:
-                     Ba ‘alyaton uit Umm el- ‘Amed
-                     Milkashtart van Hammon
-                     Twee personen van Umm el- ‘Amed
-                     Vrouw van Umm el ‘Amed
-                     Ba ‘alshamar van Umm el- ‘Amed
Het is veelal een jurkachtig gewaad met plooien, een tuniek en men droeg een platte of cilindrische muts. Dit kan echter alleen de priesterkleding zijn en was de gewone kledij afwijkend, maar niet waarschijnlijk, want Plautus laat in zijn toneelstuk een Griek naar een Carthager roepen:  “hé, jij daar in je jurk.”
57.21  Le costume phénicien des stèles        A Maes
       d'Umm el‑`Amed

Mannenkleding in de 3e eeuw v.C.
Die staat afgebeeld op scheermessen, gedenkstenen en sarcofagen. Er zijn vier types habijten te onderscheiden:
-                     lange jurk, smal tot op de voeten met een centuur. Lange of halflange mouwen. Wellicht van Egyptische oorsprong.
-                     Lange wijde jurk, harmonieus geplooid, meestal zonder centuur en met lange brede mouwen.
-                     Lange ‘oosterse’ kleding met brede mouwen, open uitvoering met borduursel en in verschillende kleuren.
-                     Korte jurk tot aan de knie, zonder hals met lange mouwen en getailleerd in het midden.
Het valt op, dat alles is genaaid en dat men nauwelijks gebruik maakt van spelden of gespen. De onderkleding bestaat uit een lendendoek. Bij koud weer wordt ook gebruik gemaakt van een schoudermantel. Al met al is de kleding veelzijdiger dan men oorspronkelijk dacht.
57.26  L'habillement masculin à Carthage à    A Maes
       l'époque des guerres puniques

En hoe uiten de Feniciërs zich? Er is het alom geroemde alfabetische schrift waarmee zij kwamen in het gehele gebied van Middellandse zee. De Grieken namen het over en na hen de Romeinen en nog vele anderen. Ook wij schrijven op basis van het Fenicische schrift. Helaas zitten hun tekens niet op onze schrijfmachine en hoogst zelden in computers. Van den Branden is er in geslaagd een mooi gestyleerde versie in zijn boek tot stand te brengen. Ook het Corpus Inscriptionem Semiticarum kent zoiets. We hebben het niet direct zo in de gaten, dat we dagelijks met de Feniciërs van doen hebben. Over het alfabet heb ik het al gehad, maar er is veel meer:
Een componist maakt een opera op basis van een boek van Flaubert en die Salammbo staat dan weer voor een roman, die speelt tijdens de huurlingenoorlog rond Carthago in de jaren 241-238 v.C.
-          Salammbo: onvoltooide opera van Moessorgski
en:
Een theatervoorstelling RO over het verhaal Aeneas van Vergilius door Keesmaat als vertellend acteur met muziek van de opera van Purcell.


Hedendaagse astronomen en schriftkundigen, zowaar uit Nederland, komen tot de conclusie, dat er op een Fenicisch kleitablet gewag wordt gemaakt van een zonsverduistering. Zomaar een krantenbericht.
-          Oeroud Phoenicisch kleitablet ontcijferd met hulp van de computer: zonsverduistering op 5-3-1223 V.C!

Het overdreven geklaag door deze auteur over de matige aandacht van de hedendaagse wereld voor het Fenicische erfgoed wordt even gigantisch onderbroken door een prachtige tentoonstelling in Venetië. Massaal kwamen de mensen daar op af. Ik kon er een prachtige catalogus met beschrijving aanschaffen. De belangrijkste voorwerpen werden in 1988 in het Palazzo Grassi uitgestald en met films werd het publiek goed op de hoogte gebracht wat met de name de Italiaanse archeologen allemaal aan het opgraven waren.
-          750.000 bezoekers in Palazzo Grassi in 1988

De Feniciërs stellen ons nog steeds voor raadsels. Ze hebben zoveel mee het graf in genomen. Hun archieven zijn verdwenen of heel karig via de Grieken en Romeinen overgeleverd. Via o.a. de Hebreeërs is bijvoorbeeld het raadsel van Tarsis tot ons gekomen en nog niet ten volle opgelost.
Vele streken komen in aanmerking, maar Zuid-Spanje maakt toch wel de meeste kans.

Er is dus zoveel o.a. in het woestijnzand verdwenen, maar daar ligt het niet alleen aan. Er is ook ongelooflijk veel geroofd. Het is triest, dat in de bakermat van de Fenicische beschaving dat tot op heden nog steeds gebeurd.

De grootste supermarkt van Libanon.
Na de Libanese burgeroorlog heeft er een enorme plundering plaats gevonden.
-         verwoeste sarcofagen
-         moderne bebouwing over archeologische plekken
-         de verwoesting van Kamid el-Loz
-         de kunstmaffia
63.2.8.The biggest supermarket in   R.Fisk
       Lebanon


Goed, de mensheid heeft het deels aan zichzelf te wijten, dat we in verhouding  nog te weinig over de derde pilaar van onze beschaving weten. We hebben hun graven leeg geroofd. De Romeinen hebben hun steden neergehaald of vakkundig getransformeerd. En als je er dan op uit trekt om nog iets van de resten van hun werkelijkheid op je eigen netvlies vast te leggen, dan wacht slechts een grote deceptie: