dinsdag 2 juli 2013

Zuid-Kanaan


 

Zuidelijk Kanaan

 

Volgens J.de Koning

Studiën over de El Amarna brieven en het Oude Testament inzonderheid uit historisch oogpunt, VU Amsterdam 1940. Zijn visie staat LINKS. Afwijkende visies staan RECHTS.

 

Ik heb de indruk, dat hij voor wat betreft het begin van de Israëlieten op zeker een eeuw te ver terug in de tijd zit.

 

14e eeuw

 

1397 Abdi-Aširta begint zijn aanvallen op de Libanon

 

1395 Artaššumara van de Mitanni sterft

 

1389 Tušratta van de Mitanni verjaagt voogd Tuhi

 

1387 Abdi-Aširta wordt vazal van Egypte

 

1385 Abdi-Aširta sterft

 

1383 Israëlieten overschrijden de Jordaan

Labaja van Sichem geeft in eerste instantie vrije doorgang – slag bij Gibeon

 

1382 Abdi-Hiba = stadhouder van de farao te Jebus

 

1380 Suwardata + Abdi-Hiba keren zich tegen de Israëlieten

 

1379 Slag aan de wateren van Merom

Voor 1220 maar zeker in de 13e eeuw:

Jozua overwint in een veldslag

bij de wateren van Merom en verwoest Hazor.

Fragmenten uit: Jos 3.e.v.

Dat waren de Kanaänieten in het oosten en westen,

de Amorieten, Chittieten en Perizzieten,

de Jeboesiten in het gebergte, en de Chiwwieten

aan de voet van de Hermon in het land van Mispa...............

Toen Josuë dan ook met al zijn krijgsvolk plotseling

 bij de wateren van Merom verscheen, en op hen aanviel,

leverde Jahweh hen aan Israël over.

Ze versloegen hen en achtervolgden hen tot Groot-Sidon

en Misrefot in het westen, en tot de vallei van

Mispe in het oosten: ze versloegen hen ........

Bij zijn terugkeer veroverde Josuë toen Chasor;

 Chasor stond aan het hoofd van al die koninkrijken............

Doch de steden, die op de heuvels lagen,

staken de Israëlieten niet in brand, behalve dan Chasor ............

 

1377 Jozua te Gezer; Sumur wordt aangevallen door Aziru

 

1374 Tyrus slaat een aanval van Aziru af

 

1373 Sumur ingenomen door Aziru

 

1370 einde strijd Rib-Addi van Byblos en Aziru; verraad en inname Byblos

 

1369 Veldtocht Suppiluliuma van de Hethieten in Syrië; veldslag bij Bezek

 

1368 Aziru wordt vazal van Egypte

 

 

 

1353 Hernieuwde veldtocht Suppiluliuma van de Hethieten in Syrië

 

 

 

1331-1324 Kuschan Rischataïm

 

1324-1292 Othniël

Kisan-Risataïm te Debir. 11e eeuw

Het schijnt een koning van Mesopotamië(?) te zijn. 

Richter Otniël bevrijdt de stad.

 

13e eeuw

 

1292-1275 Onderdrukking door Moab

 

1288 Eglon

Eglon van Moab 11e eeuw

Deze koning bedreigt de stam van Benjamin,

maar die wordt door Ehud bevrijdt.

Zie: Richt.3:12

 

1275-1211 Ehud (=onwaarschijnlijk lang)

 

Ondertussen weten Merneptah in 1224 en Ramses III in 1186 de aanvallen van de zeevolken voor Egypte wel te keren. Merneptah laat in 1220 trouwens een gedenkteken oprichten, waarop voor het eerst sprake is van Israëlieten! Zie: map 34.1 = Bk 50: Tussen Nijl en Eufraat, B.Tadema-Sporry, Weesp 1983.

 

 

1211-1192 Jabin van Hazor

Jabin van Hazor 1220

Barak van Israël bestrijdt de z.g. coalitie van Jabin van Hasor.

Hiertoe behoren Hasor, Madon, Simron, Aksaf en Dor.

Fragment Richt.4.1.e.v:

.......... Daarom gaf Jaweh ten prijs aan de

Kanaänietische koning Jabin, die te Chasor regeerde.

Sisera was zijn legeroverste, en woonde in Charosjet-Haggojim.

 

12e eeuw

 

1192-1156 Barak

Sisera van Hazor 1220-1200

Kanaäniet. Koning Jabin van Hazor verwikkelt

in de strijd met de richters van Israël.

Zijn legeroverste was Sisera van Hasoreth.

Zie: Richt.4:12.

Zodra men Sisera berichtte, dat Barak,

de zoon van Abinoam, naar de berg Tabor was opgerukt,

 riep hij heel zijn ruiterij, met de 900 ijzeren wagens,

en al zijn voetvolk uit Charosjet-Haggojim

bij de beek Kison samen...........

Terwijk Barak nu aan de spits van zijn 10.000 man

van de berg Tabor afkwam, bracht Jahweh

Sisera met al zijn wagens en heel zijn leger in verwarring.

Sisera sprong van zijn wagen en vluchtte te voet:

en Barak achtervolgde de ruiterij en heel het leger

 tot Charosjet-Haggojim.

 

1156-1150 Midianieten

 

1150-1114 Gideon

Oreb van de Midianieten                              11e eeuw

Kanaäniet. Strijd met Richter Gideon. Veldslag bij de berg Tabor.

Zie: Richt.7:25

Zeeb van de Midianieten                              11e eeuw

Kanaäniet. Strijd met Richter Gideon.

Zie: Richt.6.33

Alle Midjanieten, Amalekieten en stammen

uit het oosten waren gezamelijk de Jordaan overgetrokken,

 en hadden hun legerplaats in de vlakte van Jizreël opgeslagen.

Zie: Richt.7:1

Vroeg in de morgen brak Jeroebaal of Gedeon op

 met al het volk, dat bij hem was, en legerde zich

te En-Charod, terwijl het kamp van Midjan

ten noorden lag in de vlakte, aan de voet van de heuvel More.

Zie: Richt.7:25 -> Gideon overwint.

Zebah van de Midianieten                            11e eeuw

Kanaäniet. Strijd met Richter Gideon.

Zie: Richt.8:5.

Zalmuna van de Midianieten                       11e eeuw

Kanaäniet. Strijd met Richter Gideon.

Zie: Richt.8:5.

 

1114-1110 Abimelech te Sichem e.o.

Abimelech van Sichem                                12e eeuw

Bijbeloverlevering: koning van een klein rijkje

in het hoogland van Galilea, omvatende de plaatsen

Sichem, Silo, Aruma en de berg Gerizim.

Zijn naam lijkt erg op het fenicische of kanaänietische Abimilk.

 

1110-1088 Tola, zoon van Pua te Samir

 

11e eeuw

 

Vanaf 1100 dominantie Filistijnen

 

1101-1080 Jaïr

 

1079 veldslag bij Afek; onderdrukking door Ammon tot 1063

 

1062 Jephta

 

1060 veldslag bij Mizpa

 

1057-1051 Ebzan

 

1050-1041 Elon

 

1038-1031 Abdon

 

1030 Saul

Cobah, de Arameese koning eind 11e eeuw

Cobah bestrijdt Saul tijdens

de tweede golf van Arameese invallen.

Saul sterft c.1025? v.C.

De weg is vrij voor David om het koninkrijk Israël te grondvesten.

Daarvoor was deze David overigens een gerenommeerd

functionaris bij de Filistijnen!

De 2e golf van invallen door de Arameeën.
Zie: map 31.16. Les Arameéns, A.Dupont Sommer,
L’Orient ancien illustré, 1949. Ze bereiken nooit de zee!

 

1009 David

 

 

 

Sumur


 

SUMUR

 

 
In de eerste helft van het tweede millennium wordt niet gewag gemaakt van Sumur. Toch was die plaats er al wel en wel op 3 1/2 km uit de zeekust aan de noordzijde van een zijrievier van de Nahr el Abrash.
 
Ook wel genoemd: Chizil, Ghazal, Kerbel en Kazel.
= gazelle heuvel

 
 
 
 
 
Map 79.24.  BERYTUS XXXVIII 1990 American Univ.Beirut
79.24.1.Tell Kazel, Excavations of the AUB museum, Reports          diversen
 
 
Thoetmosis III overwint in 1469 of 1479 te Megiddo een coalitie van Syrisch-Palestijnse vorsten en bestormt Arados en Simyra/Sumur.
Verder noemt hij dan de plaatsen Akko en Yapo (Y-p-w = ANET 242).
Op zijn 6e veldtocht doet Thoetmosis III in ieder geval het traject Qadesh – Ardata – Sumur en is kennelijk op de terugweg.
 
De belevenissen van Tyrus onder Abimilki volgens enkele bronnen. Van belang, omdat in de 14e eeuw Sumur er in voor komt.
 
gebeurtenis
Tyre in the El-Amarna Age
Studiën over de El-Amarna brieven en het OT J.de Koning 1940 map 41
Bowing and scrapping in the ancient Near East, E.F.Morris, JNES 2006 vol.65. map 107.3.1.
Jaar regering Akhenaten
Tablet nummer
Usurpator verwijderd door Abimilki
1342?
 
1359?
11 = 1342?
 
Abdi-Aširta vermoord
1342?
1385
1359?
11 = 1342?
 
Afval Zimrida van Sidon
1341?
 
1358?
12 = 1341?
146-147
Vijandschap Tyrus en Sidon
1340?
 
1357?
13 = 1340?
148-154
Abimilki vraagt hulp
1340?
 
1357?
13 = 1340?
151
Abimilki krijgt 20 soldaten
1340?
 
1357?
13 = 1340?
150
Sumur verovert door Aziru
1339?
1373
1356?
14 = 1339 ?
149
 
Te laat
Te vroeg
Beetje te laat
Te laat
 
 
 
 
 
 
 

 
Map  97.26.BERYTUS   44                                vol.XLIV 1999/2000
Archeological Studies                         Am.Univ.Beiroet
97.26.1.Tell Kazel                                L.Badre & E.Gubel
 
 
Rib-Hadda van Byblos (1375-1355) wordt hier genoemd, omdat hij als o.a. Rib-addi uitmunt in deze tijd in klaagzangen over het gebrek aan steun door de farao’s Amenhotep III (1391-1353) en Achnaton (1353-1335).Zijn brieven bevatten o.a.aan:
Farao: er is een pestuitbraak te Sumur.
Farao: Schepen van Arvad zijn tegenover mij. Neem hun schepen in Egypte in beslag.
Farao: Zend een garnizoen naar Sumura en Irqata, want dat van Sumura is op de vlucht geslagen.
 
In EA 104-105 is sprake van een zeeblokkade van Simyra door Arwad. Waarschijnlijk was dat Tabet el Hammam.
         
Map 107.1.BERYTUS 47 Archeological Studies            Beiroet 2003 Vol XLVII         107.1.2.Tell Kazel, Rapport preliminaire sur les 9e‑17e campagnes de fouilles (1993‑2001)  Emmanelle Gort
du musee de l'universite americaine de Beyrouth, chantier II
107.1.3.La tablette 02.1. Carole Roche
(Tell Kazel)
 
 
Benteshina I van Sumur (+Amurru)             c.1350
 
Mogelijk verovert tijdens zijn regering Aziru de stad. Zijn opvolger heet Tubbi-Teshub en die heeft een geheel andere naam. De dynastie Benteshina komt echter in de 13e eeuw opnieuw aan het bewind in de stad bij het herstel van de Egyptische contole over de streek.
Overigens wordt Sumur wel 51x genoemd in de El Amarna brieven. Het is mogelijk, dat er maar 1 of 2 Benteshina’s zijn en dat er een verwarring is van wel een eeuw. Het kan zelfs zo zijn, dat Ahotmilki, de dochter van Benteshina I, een relatie heeft met Ammištamru I van Oegarit. Het kan echter ook om Benteshina II of III  en Ammištamru II gaan!
Zie: map 52.8.2. Le sceau nominal d’*Ammiyidtamrou, roi d’Ougarit, P.Bordreuil/D.Pardee.
Zijn naam staat op zegel RS 16.270.
J.Freu ziet maar twee maal een Benteshina, namelijk pas van 1290-1274 en van c.1267-1235.
Zie map 79.7.2.La fin d’Ugarit et de l’empire hittite, J.Freu, Semitica 48, 1998.
 
 
Sumur wordt trouwens bij de el-Amarna tabletten maar liefst 51x vermeld.
 
D/Tubbi-Teshub van Sumur (+Amurru)      2e helft 14e eeuw
                                                                       c.1305-1290?
 
Zie map 79.7.2.La fin d’Ugarit et de l’empire hittite, J.Freu, Semitica 48, 1998.
Hij is de opvolger van Benteshina I en heeft zijn positie te danken aan de verovering van Sumur door Aziru.
 
 
Sumur en Amurru kunnen dezelfde bestuurders gehad hebben.
 
Benteshina II van Sumur                  1290-1274 = c.16 jaar
 
Hij is een tijdgenoot van Ramses II, maar wordt afgeschilderd als een vazal van Hatušilli III van het Hethietenrijk in een brief van laatstgenoemde aan de koning van Babylon. Benteshina schijnt zijn beklag gedaan te hebben over het feit, dat de Babyloniërs hem nog 3 talenten zilver (=90 kg) schuldig zijn. Waarschijnlijk betreft het achterstallige tolgelden van de door zijn land trekkende karavanen.  Zie:8.6.map Handel und Händler   H.Klengel          Leipzig 1979
 
 
 
Sapils van Amurru                             1274-1267 = c.7 jaar
 
Zie map 79.7.2.La fin d’Ugarit et de l’empire hittite, J.Freu, Semitica 48, 1998.
 
 
 
Benteshina III van Sumur                            1267-1235 = c.28 jaar
 
Hij is in ieder geval in de 2e helft van de 13e eeuw te plaatsen. Wellicht is hij het, die zijn dochter Ahotmilki uithuwelijkt aan Ammistamru II van Ugarit (Rs 146 + 16.161)
Het huidige Tell Kazel en/of het latere Griekse Simyra wordt in de El Amarna brieven 51 x genoemd en komt ook al bij Thoetmosis III in beeld (1479-1425).
 
 
 
Ammistamru II van Oegarit   (c.1260-1230) wordt hier genoemd vanwege de mogelijk rol door Ahotmilki van Sumur.
 
naam
Yon
Quatzhill
Wikipedia
Mijn invulling
Kchanson.com
Ammistamru II
c.1260-1230
1236 *
c.1260-1235
Ammistamru II
1274-1240
 
Volgens Rs 17.396 gaat Ammistamru II scheiden. Op basis van het woord BITTU leiden Arnaud en Salvini af, dat er een scheiding heeft plaats gevonden. Zie: La divorce du roi Ammistamru d’Ougarit, D.Arnaud + M.Salvini. Moet er ruimte vrijgemaakt worden voor Ahotmilki van Sumur? (Rs.146 + 16.161). Zie: Ahatmilki, reine d’Ugarit et la guerre du Mukiš, E.Lipinski, OLP 12, 1981, blz 79-115. Is daar een oorlog met Mukiš voor nodig?
Moeten we niet delen van deze liefdesperikelen bij Ammistamru I plaatsen?
 
 
 
Sanšgamuwa van Amurru                    c.1235 -  ???
 
Zie map 79.7.2.La fin d’Ugarit et de l’empire hittite, J.Freu, Semitica 48, 1998.
 
 
 
Nog een keer komt Sumur in dit millennium in beeld en wel bij:
Tiglath-Pileser I van Assyrië bezoekt in 1076 Fenicië.
Zie: Ancient Records of Assyria:
297 -> Libanon
298 -> Libanon
302 -> Libanon – Amurru - tribuut Sidon,Arvad,Byblos – Narwal gedood
303 ->                   Amurru
306 ->                                   tribuut Arvad                                        Ili-Teshub van Hatti
328 ->                    Amurru- tribuut Sidon,Arvad,Byblos – Pagatu gevangen
Waarschijnlijk heeft er maar een tocht in deze richting plaatsgevonden, maar werd die op verschillende plaatsen opgetekend.
Tiglat-Pileser I is vanaf 1114-1076 aan de macht in Assyrië en onderwerpt de Kaški en de Urumi, mensen van het land van Hatti. Hij is de veroveraar van de grote zee van het westland tot de zee van het land van de Nairi.
ANET 275:Ik ging naar de Libanon. Ik velde (daar) hout van ceders voor de tempel van Anu en Adad, de grote goden, mijn heren, en bracht (ze naar Ashur). Ik vervolgde (mijn weg) naar het land van Amurru. Ik veroverde het gehele land Amurru. Ik ontving tribuut van Byblos (Gu-bal), Sidon (Si-du-ni) en Arvad (Ar-ma-da). Ik stak over in schepen (die behoren) aan Arvad. Van Arvad, dat aan de zeekust ligt tot de stad Samuri (Sumur), dat in Amurru (ligt op een afstand van) 3 dubbele miijlen over het land. Ik doodde een narwal, dat zij een “zeepaard” noemen.
 
 
 
 
 Map  73.12.10 Inédits épigraphiques                       des fouilles anciennes                       et récentes à Tell Kazel   E.Gubel +  P.Bordreuil         SEM 45, 1996
F.Briquel‑Chatonnet enige korte aantekeningen